De BHV van zorgcentrum De Geinsche Hof heeft adequaat gereageerd tijdens de brand vorig jaar. Dat het is gelukt 138 bewoners in veiligheid te brengen, komt mede door de ‘relatief gunstige omstandigheden’. Dat concludeert het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT).
De brand in de Geinsche Hof ontstond op 27 juni 2011, vermoedelijk tijdens werkzaamheden aan het dak. De rook werd aangezogen door de luchtbehandelinginstallatie. Daardoor werd relatief koele rook verschillende brandcompartimenten ingeblazen. Dat zorgde volgens COT voor een ‘a-typisch incident’. De rook verspreidde zich op een anders dan bij reguliere brandontwikkeling en dit maakte volledige evacuatie van het pand noodzakelijk. In het pand woonden verminderd zelfredzame mensen, zo schrijft COT. Ook niet-BHV’ers hielpen bij de ontruiming.
Niet vanzelfsprekend
Volgens de onderzoekers is het ‘zeker niet vanzelfsprekend’ dat alle bewoners de brand overleefden. De Geinsche Hof springt positief uit het rapport. Zo waren de BHV’ers toereikend voorbereid op brandcalamiteiten, zij het niet op de situatie die zich voor deed. Ook was de BHV goed getraind. Op het tijdstip van de brand was bovendien voldoende BHV aanwezig. Het COT wijst er wel op dat het personeel van de instelling bij de ontruiming gevaar heeft gelopen.
Gunstige omstandigheden
Daarnaast speelden de ‘relatief gunstige omstandigheden’ een positieve rol. Mede door het tijdstip, de aanwezigheid van veel personen op het terrein en de weersomstandigheden, verloopt de ontruiming succesvol.
Brandmelding onvoldoende
De brandmelding intern en de communicatie richting de meldkamer van de hulpdiensten verliep echter niet vlekkeloos. Doordat binnen Geinsche Hof gebruik werd gemaakt van nieuwe en verouderde brandmeldsysteem, kwam de melding indirect en vertraagd binnen. Een brandmelding in het gerenoveerde deel van de instelling was namelijk niet zichtbaar op de piepers van het oude brandmeldsysteem. Dit leidde bij BHV’ers tot verwarring over de aard, impact en locatie van de brand.
Contact met meldkamer
Het contact tussen De Geinsche Hof en de meldkamer verliep moeizaam, zo schrijven de onderzoekers. Daardoor verliep de opschaling minder snel dan mogelijk was geweest. Ter plaatse verliep de samenwerking tussen medewerkers en hulpdiensten echter wel goed.
Aanbevelingen BHV
Het COT doet ook een aantal aanbevelingen. In het rapport roept het COT de vraag op of alle medewerkers – en dus ook niet-BHV’ers – een rol moeten hebben bij incidenten. Dat laatste is volgens COT namelijk niet zonder risico. Alle medewerkers verplicht BHV-scholen zou een oplossing kunnen bieden. Ook raadt COT instellingen aan om de risicoanalyse voor bouwprojecten uit te breiden. Daarin moet een inschatting worden gemaakt of het gebouw(deel) tijdens incidenten gebruikt mag blijven worden.
Eerder onderzoek
Het COT deed het onderzoek op verzoek van De Geinsche Hof. Eerder al onderzocht het COT de inzet van BHV tijdens de brand in ggz-instellingen Rivierduinen. Toen concludeerden de onderzoekers dat de BHV beter op brand voorbereid diende te worden. De focus bij brandveiligheid lag te veel op de veiligheid van gebouwen. (Daan Marselis)