Slechts een beperkt deel van de gedetineerden met een psychische stoornis krijgt tijdens detentie een passende behandeling. Dit constateert de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming in een advies aan staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie.
Volgens de Raad is de problematiek onder gedetineerden is ernstig en omvangrijk. Het merendeel van de gedetineerden heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis, verslavingsproblemen, een licht verstandelijke beperking of combinaties daarvan. De zorgvoorzieningen in het gevangeniswezen zijn volgens de Raad nog onvoldoende ontwikkeld om deze psychische problemen aan te pakken.
Samenwerking
Ook vindt de Raad dat de samenwerking tussen de forensische zorg en de reguliere ggz beter kan. Nu lopen de uitgangspunten en aanpak te veel uiteen. De Raad vindt verantwoorde zorg van belang voor zowel de resocialisatie van gedetineerden als voor het verminderen van recidive.
Centra
De enkele jaren geleden ingerichte penitentiaire psychiatrische centra kunnen in dit opzicht een belangrijke rol spelen, stelt de Raad. De Raad is positief over deze centra, maar is wel van mening dat ze het behandelaanbod voor met name lang verblijvenden verder vorm moeten geven. Ook moeten ze een grotere rol spelen bij de screening van gedetineerden.
Ontwikkeling
Daarnaast zouden ze nauwer betrokken moeten zijn bij de ontwikkeling van de overige penitentiaire zorgvoorzieningen en uniforme zorgconcepten. Ook bij de doorplaatsing naar meer gespecialiseerde zorgvoorzieningen in de ggz is volgens de Raad een rol voor de ppc’s weggelegd. Op die manier kunnen de penitentiaire psychiatrische centra de forensische zorg tijdens en na detentie versterken en bijdragen aan de verbinding met de buitenwereld.