Tientallen mensen die jaarlijks worden behandeld met elektroconvulsietherapie om van hun depressie af te komen, kampen met geheugenverlies. Dat bericht het EO-programma De Vijfde Dag naar aanleiding van promotieonderzoek van een klinisch neuropsycholoog verbonden aan ggz-instelling Parnassia in Den Haag.
Jaarlijks worden zo’n zevenhonderd depressieve patiënten behandeld met elektroconvulsietherapie (ECT), in de volksmond ook wel aangeduid als elektroshocktherapie. Tijdens een ECT-behandeling wordt er stroom door de hersenen geleidt. Die leiden tot een korte epileptische aanval, waarna depressies kunnen verdwijnen of verminderen.
Verkeerde voorlichting
Uit het onderzoek van klinisch neuropsycholoog Esmée Verwijk komt naar voren dat bij vijf tot tien procent van de behandelde patiënten geheugenverlies optreedt. Soms worden hele delen uit het geheugen gewist. In De Vijfde Dag komen patiënten aan het woord die zeggen verkeerde voorlichting te hebben gekregen en niet op de hoogte zijn van de bijwerkingen. Zij kampen nu met ernstige geheugenproblemen.
Positieve resultaten
De geheugenproblemen wegen echter niet op tegen de positieve resultaten die ermee worden geboekt bij bepaalde groepen ernstig depressieve mensen, vindt psychiater Harm-Pieter Spaans van Parnassia. Bij meer dan zestig procent van de behandelde patiënten verdwijnt of vermindert de depressie volgens Spaans. Shocktherapie werkt volgens de psychiater beter dan behandeling met zware medicatie en wordt dan ook te weinig gebruikt, vindt hij.