Forensisch artsen van het NFI hebben dit jaar al zo’n 25 kinderen onderzocht bij wie het vermoeden van seksueel misbruik bestond. Het gaat dan om jonge kinderen, onder de twaalf jaar, die mogelijk misbruikt zijn in de familiesfeer, in sportclubs of in een andere afhankelijke positie.
Politiek is besloten dat het NFI standaard deze kinderen gaat onderzoeken. Daarbij gaan gespecialiseerde forensisch artsen altijd ter plekke. Het gaat dan specifiek om gevallen van kindermisbruik die in een vroeg stadium (binnen zeven dagen) aan het licht komen, de zogenoemde acute en complexe onderzoeken. Zedenonderzoeken die niet onder de noemer ‘acuut en complex’ vallen, kunnen ook door andere forensisch artsen onderzocht worden, waaronder artsen van de Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM).
Zij hebben vier artsen die dit soort onderzoeken doen, dat geldt ook voor het NFI. Het is van belang dat gespecialiseerde forensisch artsen dit soort onderzoek doen.,,De anatomie van kinderen is wezenlijk anders dan die van volwassenen. Het maagdenvlies van jonge meisjes is bijvoorbeeld nog heel dun en herstelt snel nadat het gescheurd is. Forensisch artsen moeten dus weten dat een intact maagdenvlies van een jong meisje niet wil zeggen dat niets in de vagina is geweest”, legt forensisch arts Wouter Karst van het NFI uit.
Onterecht
Maar dat kan ook omgekeerd werken: “Het gebeurt ook wel dat iets onterecht wordt weggezet als sporen van misbruik. Veel bloedvaatjes in de buurt van het maagdenvlies bijvoorbeeld. Dat hoeft niet te duiden op misbruik”.
Daarnaast is het belangrijk om deze onderzoeken op een kindvriendelijke manier uit te voeren. Veel ervaring helpt dan. Karst heeft zelf jarenlange ervaring. “Je probeert dan vooral om de situatie niet te beladen te maken. En om het kind mee te geven dat het onderzoek te allen tijde stopgezet kan worden als hij of zij dat wil. Zo geef je het kind het gevoel dat het zelf in charge is.”
Bij de onderzoeken is altijd politie aanwezig en indien mogelijk ook een kinderarts. (ANP)