Zij vertelde dit tijdens het Kamerdebat langdurige zorg op 13 februari.
Het hoofdlijnenakkoord wordt onderdeel van het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord (AZWA), het uitgebreide Integraal Zorgakkoord (IZA).
Huisvesting en arbeidsmarkt komen terug in het hoofdlijnenakkoord ouderenzorg, zo stelde de staatssecretaris: “Arbeidsmarkt komt zorgbreed aan de orde dus ook waar het de langdurige zorg betreft. De plannen om 290.000 ouderenzorgwoningen te bouwen gaan door en de uitkomsten van een aanvullend onderzoek naar de terugkeer van verzorgingshuizen worden later verbonden aan deze afspraak.”
Terugkeer verzorgingshuizen
Tweede Kamerlid Bevers van de VVD vroeg of de 600 miljoen euro die is gereserveerd vanaf 2027 nu definitief zijn bestemd voor de terugkeer van de verzorgingshuizen, terwijl dit in het regeerakkoord slechts als voorbeeld wordt genoemd. De minister heeft tijdens een ander debat nog beloofd om de impact hiervan op de arbeidsmarkt en de behoefte hieraan onder toekomstige ouderen te laten onderzoeken. Dus gaat het om een definitieve reservering? Maeijer leest de betreffende zin op in het regeerakkoord. Bevers concludeert: “Het is dus mogelijk om die 600 miljoen euro anders in te zetten.” De staatssecretaris verwijst weer naar de betreffende zin maar zegt geen ja of nee.
Ouderenzorgwoningen
Over de bouw van 290.000 ouderenzorgwoningen vroeg CDA Tweede Kamerlid Harmen Crul: “Er is een motie aangenomen waarin wij vragen om concrete en meetbare doelstellingen in hoofdlijnenakkoord over arbeidsmarkt en wonen. Gaat dit gebeuren, ja of nee?” Maeijer: “Ja.” Crul: “Dus we hebben er tot nu tot 4000 gebouwd en we gaan 290.000 woningen halen binnen vijf jaar?” Maeijer: “Ik wil met alle liefde die vraag beantwoorden maar dit ligt op het terrein van de minister van VRO. Ik denk dat het chique is om uw vragen naar haar door te geleiden.”
Hierop roept Elke Slagt Tichelman van GroenLinks/PvdA uit: “Er is een overkoepelende visie nodig. Als we nu afspraken maken over het hoofdlijnenakkoord ouderenzorg en pas later over wonen, waar zijn we dan mee bezig? Hier is een motie over aangenomen, maar wordt zomaar terzijde geschoven.”
“Ik ga hier niet over”
Maijer zegt dat ze de vragen over huisvesting zal doorgeleiden naar de minister omdat zij hier niet over gaat. Maar de Kamerleden zijn het beu. Waarom zit de minister trouwens niet bij dit debat als zij over ouderenhuisvesting gaat? Iedereen had kunnen voorzien dat er vragen zouden komen over huisvesting voor ouderen. En daarbij: de Kamer heeft deze portefeuilleverdeling niet gemaakt. De aanwezige bewindspersoon hoort te spreken namens het kabinet, zo constateert Wieke Paulusma, Tweede Kamerlid van D66. Kamerlid Bevers valt haar bij en vindt dat van bewindspersonen “enige sensitiviteit mag worden verwacht over wat er aan de orde kan komen.” De staatssecretaris probeert nog even het grote aantal agendapunten (67) de schuld te geven, maar dat valt niet in goede aarde.
Minister gezocht
Tweede Kamerlid Sarah Dobbe van de SP stelt voor om de minister er dhttps://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2023A06342irect maar bij te halen, ze is in huis. De andere Kamerleden vallen haar bij en voorzitter Mohammed Mohandis gaat met frisse tegenzin op zoek. Het debat ligt weer stil.
De minister wordt niet bereid gevonden om langs te komen, later toch weer wel, maar dan heeft de Kamer al besloten om de tweede termijn uit te stellen zodat de verantwoordelijk minister erbij kan worden gevraagd. Bij voorkeur nog voor het debat over de voorjaarsnota, zo vraagt ChristenUnie Tweede Kamerlid Mirjam Bikker, “want anders spannen wij het paard achter de wagen.”
Het Kamerdebat langdurige zorg
Kamervoorzitter Mohammed Mohandis was het debat over de langdurige zorg nog wel zo positief begonnen, met een complimentje over de hoge opkomst. Veel Kamerleden, dat beloofde een mooi debat te worden.
Direct daarna wordt hij al geïnterrumpeerd door een geïrriteerde Harry Bevers van de VVD met het verzoek de start van de vergadering uit stellen, omdat de brief van de staatssecretaris over de gehandicaptenzorg veel te laat was ontvangen. “Gisteravond om drie over zes en vanochtend om zeventien minuten voor tien hebben wij nog drie stukken gekregen van de staatssecretaris. Wat mij doet afvragen of ze de Kamer wel serieus neemt. In een normale voorbereiding van het debat zou je toch op z’n minst verwachten dat die stukken eerder komen.”
Na twintig minuten schorsen en twee Kamerleden is de beurt aan het PVV-lid dat een denigrerende opmerking maakte over mensen met verward gedrag. Daar duiken meteen een paar Kamerleden bovenop, PVV-lid neemt zijn woorden niet terug en uiteindelijk zijn er weer twintig minuten voorbij.
Onderzoek
Drie uur later is dan eindelijk de staatssecretaris aan de beurt. Zoals dat inmiddels gaat bij debatten: bijpassend bewindspersoon leest antwoorden op gestelde vragen voor. Veel verwijzingen naar onderzoek dat nog loopt en waarvan pas in september de resultaten beschikbaar zijn. (Vraag: “Kan dat niet sneller?” Bewindspersoon: “Nee, dat kan niet sneller, want het is een extern onderzoeksbureau”) Afgewisseld met: “Wij zijn in overleg hierover met het veld en zullen uw suggestie meenemen.”
Portefeuilles
Nog een half uur later, blijken veel vragen te gaan over ouderenhuisvesting en laat de staatssecretaris dit nu net niet in haar portefeuille hebben. “Deze onderwerpen liggen primair op het terrein van de minister. Het lijkt me goed dat ik deze vragen aan de minister overbreng en haar vraag in een brief daarop terug te komen zodat u bij een volgende gelegenheid met haar in gesprek kunt gaan. Ik zal de minister ook vragen om in te gaan op uw vraag bij haar uitvoering van de motie over private equity.” Dit uitstel wordt de gehele Kamercommissie toch te gortig. Een zoektocht naar de minister loopt op niets uit en het debat stopt halverwege. Gaat het nog lukken om hier voor de voorjaarsnota een vervolg aan te geven? Kamervoorzitter Mohandis probeert de verwachtingen te temperen. Er moet immers nog wel een zaal worden gevonden.