Blootstelling aan hormoonverstorende stoffen kost de Nederlandse samenleving elk jaar 5,8 miljard euro. Dat hebben wetenschappers voor het onderzoeksprogramma ZEMBLA berekend. De wetenschappers roepen de politiek op maatregelen te nemen om de volksgezondheid te beschermen.
Hormoonverstorende stoffen zitten in alledaagse producten zoals plastic verpakkingsmateriaal, bespoten groente en fruit, blik en cosmetica. Onder leiding van de Amerikaanse kinderarts Trasande hebben internationale wetenschappers en artsen onderzocht welk aandeel hormoonverstorende stoffen zoals bisphenol A, bepaalde pesticides, weekmakers en vlamvertragers hebben in het ontstaan van ziektes.
De stoffen blijken met name risicovol voor de ongeboren baby en jonge kinderen en kunnen permanente schade veroorzaken tijdens hun ontwikkeling. Op latere leeftijd kunnen de stoffen vruchtbaarheidsproblemen, zaadbalkanker, borstkanker en obesitas veroorzaken, aldus Zembla.
Volgens Trasande zijn er in Nederland per jaar 280 extra gevallen van zaadbalkanker door blootstelling aan vlamvertragers. Hij schrijft 7000 sterfgevallen van mannen tussen 55-64 jarige toe aan weekmakers. Verder worden 1500 gevallen van obesitas bij kinderen in verband gebracht met de blootstelling aan bisphenol A. Op basis van deze gegevens hebben de wetenschappers schattingen gemaakt van de kosten van behandeling en de inkomstenderving voor de samenleving.
Minister E. Schippers van Volksgezondheid laat in een schriftelijke reactie aan Zembla weten dat ze het interessant en relevant onderzoek vindt. Maar “gezien alle onzekerheden rondom de mate waarin welke stoffen eventueel wel of niet schadelijk zijn, is het nog te vroeg om hier concrete conclusies aan te verbinden”, schrijft de minister.
De Europese Commissie is al jaren bezig om criteria te ontwikkelen waarmee hormoonverstorende stoffen gedefinieerd en uiteindelijk gereguleerd kunnen worden. In de uitzending van ZEMBLA blijkt dat de industriële lobby het proces succesvol heeft weten te vertragen.