Ruim zeven van de tien longontstekingen worden bij een eerste bezoek aan de huisarts niet als zodanig herkend. Dit blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht en Julius Center. Volgens het Longfonds onderstrepen de bevindingen de noodzaak van betere sneltesten in de huisartsenpraktijk.
In het kader van het onderzoek zagen een kleine drieduizend patiënten met hoestklachten zowel de huisarts als de radioloog voor het maken van een röntgenfoto. In de praktijk worden dergelijke patiënten alleen doorverwezen naar de radioloog als de huisarts duidelijke vermoedens van een longontsteking heeft. Uit het onderzoek blijkt dat de huisarts slechts in 1,5 procent van de gevallen aanwijzingen zag voor een longontsteking, terwijl uit de aanvullende röntgenfoto’s bleek dat 4,9 procent tekenen van een longontsteking had. Oftewel: in nog geen één van de drie gevallen van longontsteking stelde de huisarts direct een accurate diagnose.
Alarmerend
Jaarlijks registreren de Nederlandse huisartsen 172.000 gevallen van longontsteking. “Dat kunnen er dus in werkelijkheid ruim een half miljoen zijn”, stelt directeur Michael Rutgers van het Longfonds. Een alarmerend gegeven, vindt Rutgers, want een slecht behandelde longontsteking kan leiden tot ziekenhuisopname en complicaties zoals longvliesontsteking of bloedvergiftiging.
Sneltesten
Het Longfonds erkent dat het onmogelijk is om een röntgenfoto te maken van elke patiënt. Om die reden pleit het Longfonds voor nader onderzoek naar sneltesten in de huisartsenpraktijk om zodoende de diagnostiek bij de huisarts te verbeteren. Uit het onderzoek bleek overigens dat patiënten die door de huisarts waren ‘gemist’, minder ernstige klachten hadden. Niemand overleed en het aantal ziekenhuisopnames bleef met 0,5 procent beperkt.