De Nederlandse Orthopaedische Vereniging heeft Isala in Zwolle benoemd tot regionaal Klompvoetcentrum. De circa tweehonderdvijftig patiëntjes die in Nederland op jaarbasis worden geboren met klompvoetjes, kunnen nu terecht bij negen ziekenhuizen.
Het is belangrijk dat de behandeling van een klompvoetje binnen enkele dagen start. Daarom wordt een kindje meteen na de geboorte onderzocht door de huisarts, verloskundige, gynaecoloog of kinderarts en doorverwezen naar de polikliniek Orthopedie. Daar begint de behandeling dan zo spoedig mogelijk.
Op de twintig weken echo kan de diagnose klompvoetjes al vastgesteld worden, een aangeboren afwijking waarbij één of beide voetjes naar binnen staan. Aanstaande moeders zijn tijdens de zwangerschap welkom voor een gesprek met de orthopeed en de gipsverbandmeesters. Dit vroege contact blijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan een goed verloop van de zwangerschap.
Ingipsen
In Isala wordt een kind met klompvoetjes behandeld volgens de Ponseti-methode. Bij deze methode wordt het voetje in vijf à zes weken in de goede stand gebracht. Dit gebeurt door het wekelijks ‘ingipsen’. Aan het eind van deze periode is een kleine operatieve ingreep nodig. Daarna volgt een nabehandeling waarbij wij worden bijgestaan door de instrumentenmakers van het ziekenhuis.