Tenminste 21 actieprogramma’s en actieplannen hebben de huidige VWS-bewindslieden deze kabinetsperiode aan de Tweede Kamer aangeboden. Wat ze opleveren is onduidelijk, constateert de vaste Kamercommissie voor VWS, want de doelen zijn vaak niet helder dan wel moeilijk meetbaar en over financiering wordt veelal gezwegen.
Het actieplan ‘(Ont)regel de zorg’, het Pact voor de ouderenzorg, het programma ‘Thuis in het verpleeghuis’, het actieprogramma ‘Werken in de zorg’, het programmaplan ‘Rechtmatige zorg 2018-2021’, het programma ‘Langer Thuis’, het actieprogramma ‘Eén tegen Eenzaamheid’… het is maar een kleine greep uit de lange lijst plannen en programma’s die de huidige bewindspersonen van VWS hebben geformuleerd.
Daadkracht
Alleen in 2018 werden er achttien aan de Tweede Kamer aangeboden. Reden voor de vaste Kamercommissie om 2018 aan te merken als “het jaar van de actieprogramma’s”. “Ze geven een goed beeld van ambities en algemene doelen en de daarvoor te ondernemen activiteiten”, constateert de Kamercommissie zuinigjes. “Actieprogramma’s vervullen daarmee een nuttige informatie- en communicatiefunctie. Het is voor het veld en voor de Kamer helder wat er dient te gebeuren en het straalt daadkracht en actiegerichtheid uit.”
Niet meetbaar
Daarmee lijken gelijk de complimenten voor de daadkracht van minister De Jonge en de zijnen uitgeput. Wat volgt is een opsomming van forse kritiek. Het stoort de Kamercommissie dat de actieprogramma’s zelden zijn voorzien van concreet meetbare doelen. Het schort aan indicatoren en streefwaarden. Bij programma’s is zelden bij aanvang een nulmeting beschikbaar of uitgevoerd.
Behalve het doel is van de actieprogramma’s ook niet goed duidelijk wat de exacte rol en verantwoordelijkheid is van de bewindslieden voor het uitvoeren en slagen van het programma. Soms zijn programma’s door meerdere partijen opgesteld. Voor zowel de uitvoering als de nog te leveren sturingsinformatie en indicatoren verwijst VWS daarom vaak naar derde partijen.
Financiële paragraaf
In de actieprogramma’s wordt ook maar sporadisch uiteengezet welke middelen beschikbaar zijn. In slechts vijf van de achttien programma’s uit 2018 is een afzonderlijke financiële paragraaf opgenomen. Een systematische koppeling van budgetten aan maatregelen, komt in de actieprogramma’s niet voor. “Een relatie tussen input (budget), output (de opgesomde actiepunten) en outcome (te bereiken effecten) wordt niet gemaakt”, stelt de Kamercommissie. “Het vanuit de Comptabiliteitswet gevraagde inzicht in veronderstelde doeltreffendheid en verwachte doelmatigheid van nieuw beleid ontbreekt hierdoor.”
Om op een positieve noot te eindigen constateert de Kamercommissie dat veel actiepunten in ieder geval “’potentieel’ meetbaar” zijn. “In veel actieprogramma’s worden wel nulmetingen, monitorprogramma’s en indicatorensets aangekondigd”, aldus de Kamercommissie. “Wellicht dat dit inzicht op een later moment gegeven wordt of nog kan worden.” Veel tijd rest hier niet voor, aangezien de meeste plannen tot 2021 lopen.