Zorgaanbieders kiezen bij het zoeken naar samenwerking te makkelijk voor het klassieke fusiemodel. Ook laten ze zich te veel leiden door interne bedrijfsmatige overwegingen, waar kwaliteit en het klantbelang centraal zouden moeten staan. Dit stelt bestuursvoorzitter Diana Monissen van De Friesland Zorgverzekeraar in een blog op Skipr.
Volgens Monissen zijn kosten- en efficiencyoverwegingen zeker van belang bij het zoeken naar samenwerking, maar het mogen wat haar betreft “geen leidende thema’s zijn”. “Op dit moment wordt nog te veel vanuit dergelijke kaders gekeken naar vormen van samenwerken”, aldus Monissen.
Nieuwe structuren
De eenzijdige focus op fusie leidt er volgens Monissen toe dat er te weinig aandacht is voor nieuwe vormen van samenwerking. “Ik zie nog te weinig nieuwe samenwerkingsvormen, die passen bij de ontwikkelingen in de maatschappij en de zorgvraag”, stelt Monissen. “Juist dergelijke nieuwe structuren hebben we keihard nodig om de zorg in de toekomst goed en betaalbaar te houden.”
Verleden
Bij het zoeken naar samenwerking zouden wat Monissen betreft de klant en kwaliteit centraal moeten staan. De uiteindelijke organisatievorm is daarbij niet meer dan een afgeleide van deze uitgangspunten. Naarmate deze uitgangspunten breder ingang vinden zal er volgens Monissen minder gefuseerd worden. “Als we het denken over en zoeken naar nieuwe zorgvormen weten te bevorderen dan ben ik ervan overtuigd dat het klassieke fuseren op termijn meer en meer tot het verleden gaat behoren”, aldus Monissen.
Patiënt als product
Monissens betoog wordt ondersteund door de bevindingen in de recente Zorgmonitor 2012 van adviesbureau Newcom. Hieruit komt naar dat slechts een derde van de Nederlanders van mening is dat de patiënt centraal staat. Bovendien zegt de helft van de Nederlanders zich een ‘product’ te voelen wanneer ze gebruik maken van de zorg.