Met AI-taalmodellen kunnen administratieve processen voor zorgverleners grotendeels worden geautomatiseerd. Om deze technologie effectief te gebruiken, is basiskennis van programmeren nodig, een vaardigheid die artsen doorgaans niet leren in hun opleiding.
Administratie
Artsen en verpleegkundigen besteden tot de helft van hun werktijd aan administratie. Het samenvatten van doorverwijzingsbrieven of het analyseren van patiëntendossiers voor onderzoek kan uren kosten. Tijd die ook besteed kan worden aan directe zorg voor patiënten.
Om hier verandering in te brengen, zijn Julius Heemelaar, postdoc onderzoeker en arts in opleiding tot specialist Cardiologie, en Marieke van Buchem, innovatiemanager bij het AI-expertisecentrum van het LUMC, gestart met een stageprogramma.
Heemelaar: “Als meer dokters ervaring hebben met programmeren, dan kunnen zij die kennis ook inzetten om de bulk aan administratie te verminderen. Je hoeft dan niet per se zelf te programmeren, maar het kan al grote impact hebben als je weet hoe programmeren met taal werkt.”
Praktische leerervaring
Tijdens de stage leren studenten de basis van programmeren en machine learning en passen ze deze direct toe in een eigen project binnen een veilige, afgeschermde omgeving. Momenteel lopen zes studenten stage, vijf in het LUMC en één in het OLVG in Amsterdam. Uiteindelijk is het de wens dat afdelingen de tools gaan overnemen.
Heemelaar is ervan overtuigd dat deze innovatie het ziekenhuis in de nabije toekomst kan helpen om de uitdagingen het hoofd te bieden. “Natuurlijk moeten we er wel met zijn allen heel veel zorg voor dragen dat het op een verantwoordelijke manier gebeurt en gegevens beschermd blijven. Het is mijn grote hoop dat deze techniek ervoor kan zorgen dat we meer tijd hebben voor de patiënt en minder tijd bezig zijn met de administratie.”