Het UMC Utrecht presenteert op woensdag 11 december het Handboek vrouwspecifieke geneeskunde. Volgens de betrokkenen is de uitgave een mijlpaal voor de gezondheidszorg.
Volgens directeur Jannet Vaessen van WOMEN Inc. kunnen medische professionals niet langer om de geneeskundige verschillen tussen mannen en vrouwen heen. “Het is onvoorstelbaar dat dit niet al lang een vast onderdeel is van de basisopleiding van elke arts”, aldus Vaessen.
Ook experts benadrukken het belang van een sekse specifieke aanpak. “Om gelijke kansen op gezondheid te realiseren, is het maken van verschil noodzakelijk”, stellen Ineke Klinge , associate professor of Gender Medicine aan de Universiteit Maastricht, en Toine Lagro-Janssen, huisarts en hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen aan het UMC St Radboud Nijmegen.
Slecht bedeeld
Bart Fauser, hoofd van de Divisie Vrouw en Baby aan het UMC Utrecht en hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde aan de Universiteit Utrecht, benadrukt dat Nederland achterloopt op het gebied van gender specifieke zorg. “Artsen moeten zich realiseren dat er genderverschillen zijn, dat we het nu niet goed doen”, aldus Fauser. “Vrouwen zijn nu slecht bedeeld in de zorg in Nederland.”
Het Handboek vrouwspecifieke geneeskunde behandelt in 27 hoofdstukken een breed scala aan onderwerpen, van inrichting van de zorg tot diabetes. Doordat het boek toegankelijk is geschreven hopen de auteurs een brede doelgroep aan te spreken, waaronder ook zorgmanagers, zorgverzekeraars en beleidsmakers. Het eerste exemplaar wordt op 11 december overhandigd aan Pauline Meurs, hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en voorzitter ZonMw.