Demissionair minister Schippers van Volksgezond is het met de Onderzoeksraad voor de Veiligheid eens dat de brandveiligheid in instellingen onvoldoende is afgestemd op de patiënten en cliënten. Bestuurders moeten van de minister beter sturing geven op dit terrein.
Een en ander blijkt uit antwoorden van Schippers op vragen van het PvdA-Kamerlid Bouwmeester over de brandveiligheid in ggz-instellingen. Aanleiding voor de vragen was het recente rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar aanleiding van een fatale brand bij ggz-instelling Rivierduinen. Hierbij kwamen in maart 2011 drie cliënten om het leven.
Onjuiste uitgangspunten
Uit het onderzoek kwam ondermeer naar voren dat ggz-instellingen te veel van de eigen bedrijfshulpverleners verwachten en onvoldoende rekening houden met de verminderde zelfredzaamheid van de bewoners. “Door de onvoldoende afstemming op de patiënten en cliënten, gaat de bestuurder uit van onjuiste uitgangspunten”, aldus Schippers. Bestuurders hebben met name onvoldoende oog voor “restrisico’s”, zoals het onvoorspelbare gedrag van de patiënten.
Bezuinigingen
Schippers zegt geen signalen te hebben dat ggz-instellingen over onvoldoende financiële middelen beschikken om de bedrijfshulpverlening adequaat vorm te geven, zoals Bouwmeester in één van haar vragen suggereerde. Schippers verwacht evenmin dat de bezuinigingen in de ggz gevolgen hoeven hebben voor de kwaliteit van de bedrijfshulpverlening. De minister studeert nog op de aanbeveling van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Arbeidsinspectie, de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Jeugdzorg om het toezicht op de verschillende aspecten van brandveiligheid bij één toezichthouder te concentreren.