Nederlanders zijn gedwongen tot verouderde hoortoestellen. Er is hier weinig mogelijkheid tot maatwerk of individuele keuzevrijheid. En wie dat wel wil, die zal er zelf voor moeten betalen. Er dreigt een tweedeling in de Nederlandse hoorzorg, zo waarschuwt Peter Peters, algemeen directeur van Beter Horen. Dat is schrijnend, want in de landen om ons heen gaat het wel goed.
Consumenten die de nieuwste toepassingen nodig hebben, zijn toch aangewezen op verouderde hoortoestellen. “Sinds de invoering van het nieuwe vergoedingensysteem in 2013 hebben de zorgverzekeraars door hun inkoopbeleid de prijzen met maar liefst zestig procent laten dalen”, zegt Peters. “Voor die prijzen kunnen de fabrikanten van hoortoestellen de nieuwste modellen niet op de markt zetten. En dat terwijl in ons omringende landen de nieuwste hoortoestellen wel verkrijgbaar zijn.” In die zin doet Nederland het slechter dan bijvoorbeeld Hongarije, aldus Peters.
Maatwerk
En hoorzorg is veel meer dan alleen maar een gehoorapparaatje, zegt de algemeen directeur van Beter Horen. Het vraagt om maatwerk. En dus om veel mensuren. Peter Peters: “Een hoortoestel is een medisch apparaat dat heel nauwkeurig op iemands persoonlijke situatie moet worden afgesteld en ingesteld. Hoorzorg is eigenlijk revalidatiezorg. Iemand die jarenlang niets of weinig gehoord heeft, moet echt weer wennen aan geluiden. Dus moet je een toestel geleidelijk aanpassen. Daar gaat veel tijd in zitten.” Peters schat in dat 75 procent van de totale prijs bestaat uit uren afstelling, instelling en nazorg.
Halt
Als die kosten niet worden vergoed, dan dreigt er tweedeling in de hoorzorg, zegt Peters. Hij wil dat alle partijen zich bewust worden van de ontstane situatie: KNO-artsen, audiologen, het ministerie van VWS, de consument én de zorgverzekeraars. Peter Peters: “Samen kunnen we tot een oplossing komen en de tweedeling een halt toeroepen.”