Atezolizumab is weliswaar een effectief middel bij de behandeling van gemetastaseerde niet-kleincellige longkanker, maar moet vanwege de hoge prijs niet opgenomen worden in het basispakket, volgens Zorginstituut Nederland. Eerst moet er onderhandeld worden over de prijs zodat het middel wel concurrerend ingezet kan worden.
Vanwege twee kort geleden geïntroduceerde longkankermiddelen – nivolumab en pembrolizumab – vindt het Zorginstituut dat introductie van nieuwe, vergelijkbare geneesmiddelen een prijsdempend effect zou moeten hebben. “Dat effect is echter niet zichtbaar in de prijs van atezolizumab. Daarbij komt dat voor nivolumab en pembrolizumab prijsafspraken zijn gemaakt. Op dit moment is er dan ook geen concurrerende inzet van atezolizumab mogelijk.”
De beschikbaarheid van een derde middel kan de onderhandelingspositie versterken. Op termijn zou onderzocht kunnen worden of alternatieve onderhandelingsstrategieën mogelijk zijn, zoals een soort veiling. Hierbij kan marktexclusiviteit worden verstrekt voor een bepaalde periode aan de fabrikant die het middel tegen de laagste prijs beschikbaar stelt.
De kosten van atezolizumab bedragen, uitgaande van de adviesprijs en 30 procet marktpenetratie, ongeveer 10,6 miljoen euro per jaar. Een kostenvergelijking tussen atezolizumab aan de ene kant en nivolumab en pembrolizumab aan de andere kant is niet mogelijk volgens het Zorginstituut, omdat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de twee laatstgenoemde middelen geheime prijsafspraken heeft gemaakt. Dit heeft tevens tot gevolg dat meerkosten dan wel besparingen van atezolizumab ten opzichte van nivolumab en pembrolizumab niet goed inzichtelijk zijn te maken.
Sluis voor dure geneesmiddelen
Atezolizumab (merknaam: Tecentriq) bij longkanker is in augustus 2017 in de sluis voor dure geneesmiddelen geplaatst. Dit houdt in dat bij wijze van uitzondering, een duur geneesmiddel niet automatisch instroomt in het verzekerde pakket, maar in een ‘sluis’ wordt geplaatst. Feitelijk wordt het middel in eerste instantie expliciet uitgesloten van vergoeding. Instroom kan pas volgen na een positieve beoordeling door het Zorginstituut, succesvolle prijsonderhandelingen en afspraken over gepast gebruik.