Illustratie gemaakt met behulp van chatgpt
Hoewel de zorg pas in hoofdstuk 10 van het NSC-programma aan bod komt, wijdt de partij daar toch een stevige 8 pagina’s aan. Aan bod komen preventie, de toegankelijkheid van zorg, de ouderenzorg, mentaal welzijn, jeugdzorg, marktwerking, zorgpersoneel en bureaucratie en medische ethiek.
Door de hoofdstukken heen legt NSC steeds de verbanden tussen gezondheid, sociaal-economische omstandigheden en maatschappelijke verhoudingen. Zo wordt bij preventie een deel van de verantwoordelijkheid gelegd bij andere sectoren dan de zorg, wordt bij mentaal welzijn het belang van kraamzorg aangestipt en wordt bij de toegankelijkheid van zorg gehamerd op solidariteit in het stelsel zodat zorg bereikbaar blijft voor rijk én arm.
Uit het gedeelte over medisch-ethische kwesties blijkt de behoudende aard van de partij. NSC wil een pas op de plaats: niet verder sleutelen aan de wetgeving rond abortus en euthanasie en geen uitbreiding van het gebruik van embryo’s voor onderzoek.
Een aantal opvallende punten uit het NSC-programma:
Preventie: “We willen investeren in preventie voor alle mensen in Nederland, maar willen extra aandacht voor preventie voor burgers in regio’s en steden waar veel mensen met een lage sociaaleconomische status wonen. (..) We streven naar gezondheid in alle beleidsdomeinen. Dit betekent concreet dat alle sectoren (en niet alleen de gezondheidszorg) moeten samenwerken om de gezondheid te verbeteren.”
Toegankelijkheid van zorg: “Niet-complexe ziekenhuiszorg zoals de meeste spoedeisende hulp, verloskunde en poliklinieken kan het meest doelmatig op regionale schaal worden georganiseerd. We zetten ons daarom in voor het behoud van streekziekenhuizen. Waar nodig passen we de financiering aan op de beschikbaarheid van regionale acute zorgvoorzieningen. Voor topklinische laagfrequente behandelingen kan centralisatie verdedigbaar zijn.”
“Het eigen risico mag de toegang tot de zorg niet belemmeren. In plaats van een halvering van het eigen risico in de zorgverzekering kiezen we voor een beperkte eigen bijdrage van € 80 per behandelingmet een maximum van € 385.”
Ouderenzorg: “We steunen burgerinitiatieven om woonzorgvormen te realiseren in de eigen wijk en dorpen. Er moet een landelijke investeringsfaciliteit komen voor zulke burgerinitiatieven als zij de financiering moeilijk rondkrijgen. (..) We willen verpleeghuizen weer de mogelijkheid bieden om meer bedden vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) aan te bieden. De groei zal moeten aansluiten op de demografische ontwikkelingen.”
Mentaal welzijn: “Grote ggz-instellingen moeten de menselijke maat terugbrengen door hun zorg weer kleinschalig te organiseren en ook langdurige zorg te bieden. De uitvoering van de Wet Verplichte ggz brengt te veel administratieve lasten met zich mee; deze lastendruk moet omlaag.”
“Kraamzorg blijft behouden en salarissen worden marktconform gemaakt vanuit het budget wijkverpleging.”
Marktwerking: “We hechten zeer aan het behoud van solidariteit in de bekostiging van de gezondheidszorg via premies en belastingen, zodat goede zorg bereikbaar en betaalbaar is en blijft voor jong en oud, arm en rijk, ziek en gezond.”
“We willen de groeiende greep van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken, tandartspraktijken, apotheken, verpleeghuizen, fysiotherapieketens en privéklinieken terugdringen.”
Bureaucratie: “Registraties moeten krachtig worden verminderd of gestopt, te beginnen met de kwaliteitskeurmerken en accreditaties. Hiervoor wordt een deskundige commissie met doorzettingsmacht aangesteld. Ook komt er meer aansturing om uniformiteit van formulieren, kwaliteitsuitvragen en aanbestedingen bij gemeenten en zorgverzekeraars te realiseren. (..)”
Zorgpersoneel: “Het grootste deel van het opleidingsbudget in ziekenhuizen gaat naar medisch specialisten. Die scheve verdeling moet rechtgezet worden: verpleegkundigen en verzorgenden aan het bed verdienen ook een goed opleidingsbudget om hen te behouden en te versterken.”
Medische ethiek: De ontwikkeling van medische technologie roept nieuwe ethische dilemma’s op rond onder meer embryoselectie en de aanpassing van DNA. We willen een verbod op reproductieve inzet van kunstmatige geslachtscellen (in vitro gametogenese). We willen een uitgebreider verbod op het bemiddelen van diensten voor niet-medische inzet van IVF om het geslacht en andere kenmerken van een kind te kunnen selecteren. We zijn principieel tegen aanpassingen van het menselijk erfelijke materiaal waarbij deze aanpassingen ook worden doorgegeven aan volgende generaties (de zogeheten kiembaanmodificatie). We zijn tegen het tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek en tegen uitbreiding van de inzet van preimplantatie genetische tests.”

