Het Openbaar Ministerie (OM) onderzoekt de dood van een 13-jarige jongen in 2011 in een logeerhuis van epilepsie-instelling SEIN. De ouders van de jongen deden na zijn dood aangifte. Dat heeft het OM woensdag bevestigd naar aanleiding van berichtgeving van het programma De Vijfde Dag van de EO.
De jongen logeerde in de Zonnebloem, een instelling van SEIN in Cruquius bij Haarlem. Volgens het EO-programma hebben SEIN-medewerkers niet direct actie ondernomen toen zij de jongen na een epilepsie-aanval met een zuurstoftekort in zijn bed aantroffen. Het duurde bijna 15 minuten voordat het alarmnummer 112 werd gebeld en de reanimatie werd gestart, zo meldt De Vijfde Dag. De jongen overleed later.
Adequaat
Het OM onderzoekt of de instelling verantwoordelijk kan worden gehouden voor de dood van de 13-jarige epilepsiepatiënt. Directeur Ilonka Wildenberg van SEIN spreekt de beweringen van het EO-programma tegen. Volgens haar hebben medewerkers wel degelijk direct actie ondernomen volgens de protocollen en zijn zij binnen 4 minuten begonnen met reanimeren. “Ik ben ervan overtuigd dat in deze zaak adequaat is gehandeld. Het onderzoek door justitie zie ik met vertrouwen tegemoet”, zegt Wildenberg.
Verdacht
Volgens de EO zijn er sinds 2007 zes verdachte sterfgevallen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg gemeld door SEIN. Volgens Wildenberg klopt ook dit niet. SEIN meldt alle onverwachte sterfgevallen aan de inspectie, maar van verdachte gevallen is geen sprake, aldus Wildenberg. (ANP)