Het ondersteuningsplan in de langdurige zorg is zo ver doorontwikkeld dat het zijn doel als hulpmiddel voor cliënt en begeleider in de gehandicaptenzorg voorbij schiet. Dat stelt Marjolein Herps van het kenniscentrum voor de langdurige zorg Vilans in het tijdschrift voor de gehandicaptenzorg Markant.
Het ondersteuningsplan is in de loop der jaren steeds omvangrijker geworden. De zorgkantoren, het CIZ, de inspectie en certificatiebureaus gebruiken het ondersteuningsplan voor hun eigen werk en stellen voorwaarden aan wat er in moet staan. Zorgorganisaties gebruiken het als opslag van cliëntgegevens en als professionaliseringsinstrument. Hierdoor is het voor cliënten en begeleiders onhanteerbaar geworden. Cliënten en familieleden moeten soms zelfs op cursus om erover mee te kunnen praten.
Basis
Herps werkt bij Vilans in opdracht van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aan een nieuwe handreiking voor ondersteuningsplannen. “We moeten terug naar de basis: het ondersteuningsplan als afspraak tussen twee partijen, cliënt en zorgaanbieder”, aldus Herps in Markant. “Ik vraag me wel eens af of je het ondersteuningsplan ook voor al die zwaarwegende organisatorische belangen moet willen gebruiken. Nu zitten bijvoorbeeld vaak de hele levensgeschiedenis en alle klinische en diagnostische informatie in het plan. Dat zijn belangrijke gegevens die beschikbaar moeten zijn, maar ze hoeven niet in het ondersteuningsplan. Je kunt er ook naar verwijzen.”