13.10.2014 ÄZ: Auch bei Mischfonds gilt es genau nachzurechnen. Gerade die großen Fonds verlieren oft an Dynamik. © Minerva Studio / fotolia.com Ärzte Zeitung / 107a18 / 13.10.2014 Calculator, pen and business document
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft berekend dat een andere premiedefinitie voor de Europese solvabiliteitseis in 2016 een half miljard euro kan opleveren. In een brief aan de Tweede Kamer vraagt de brancheorganisatie aan alle betrokken partijen om de premiedefinitie te herzien.
Aanleiding van de brief is Solvency II, de Europese richtlijn die vanaf 2016 geldt voor alle Europese levens-, schade- en zorgverzekeraars. Volgens ZN zorgt deze richtlijn voor een verhoging van de solvabiliteitseis voor Nederlandse zorgverzekeraars. “Tot nu toe werd de solvabiliteitseis voor verzekeraars bepaald op basis van het daadwerkelijk uitgekeerde schadebedrag in een jaar. Vanaf 2016 wordt ook gekeken naar mogelijke risico’s”, legt een woordvoerder van ZN uit.
Te streng
“Die risico’s zijn op Europees niveau vastgesteld en de eisen zijn te streng voor de specifieke Nederlandse situatie. In veel landen is de ziektekostenverzekering op nationaal niveau geregeld, en kunnen mensen aanvullende zorgverzekering afsluiten die werken als een soort brandverzekering. Daardoor is het risicoprofiel veel hoger dan bij ons. Bovendien hebben wij een vereveningsfonds waaruit we tegenvallers kunnen betalen en waar een enorme dempende werking vanuit gaat.”
Premie
Aan Solvency II kan Nederland niets meer doen. Wat volgens ZN wél kan, is de premiedefinitie voor het bepalen van de grondslag van de eis, veranderen. “De Nederlandsche Bank kiest voor een brede premiedefinitie, dat betekent de nominale premie plús de inkomensafhankelijke premie. Wij pleiten voor een smalle premiedefinitie van alleen de nominale premie.” De grondslag voor de eis vermindert dan van 40 naar 20 miljard euro en dit levert onder de streep een half miljard euro op. “En dat scheelt verzekerden in hun premie.”
De Nederlandsche Bank (DNB) ziet dit plan niet zitten. “Je moet voor een solvabiliteitseis een grondslag hebben die dichtbij de vergoeding ligt die je uitbetaalt. En dat is voor de zorgverzekeraars in Nederland 40 miljard en geen 20. Dat wij in Nederland de premie toevallig verdeeld hebben in een nominaal deel en een inkomensafhankelijk deel heeft daar niets mee te maken”, aldus een woordvoerder. “De verwachting is inderdaad dat de eisen hoger worden. Tegelijkertijd stel Solvency II verzekeraars in staat om veel nauwkeuriger te berekenen hoeveel ze exact opzij moeten zetten. Wellicht dat ze daardoor de afstand tussen de minimumeis en hun buffer wat kunnen verkleinen.”
Kritiek
Mocht er niets veranderen aan de premiedefinitie, dan kunnen de zorgverzekeraars nog steeds wel aan de eisen voldoen. “Er is veel kritiek dat wij te veel geld op de plank hebben liggen. Maar die buffer hebben we ook nodig om bijvoorbeeld aan nieuwe regels zoals Solvency II te kunnen voldoen en de overgang van de wijkverpleging te kunnen betalen, zonder schoksgewijs de premie te hoeven verhogen. Je kunt dus niet zeggen: betaal die hogere solvabiliteitseis maar uit je buffers. Al zou dan het ene jaar de premie omlaag kunnen, dan moet hij het volgende jaar weer harder omhoog.”
Spanningsveld
De verzekeraars kunnen niet met gemak voldoen aan de nieuwe eisen. “We hebben nu een solvabiliteitsratio van twee maal de vereiste solvabiliteit, die zakt dan naar 1,3 maal”, legt de woordvoerder uit. “En daar zal De Nederlandsche bank zenuwachtig van worden. Dat is ook het spanningsveld waar wij in zitten.” DNB zelf ontkent dit: “Wij vinden het heel verstandig als een instelling ervoor kiest om boven de minimumeis te gaan zitten, dat juichen we zelfs toe, maar wij hanteren geen minimum van 150 procent dat we generiek aan verzekeraars opleggen. Het is de eigen keuze van instellingen”, aldus de woordvoerder.
De politieke partijen in de Tweede Kamer lijken de buffers aan de hoge kant te vinden. D66 laat weten dat “je je kunt afvragen of de buffers zo hoog moeten zijn.” En CDA-kamerlid Hanke Buins Slot legt de bal bij de minister: “De eisen worden inderdaad strenger, maar zorgverzekeraars hebben dan nog steeds te veel geld op de plank liggen. Publieke middelen moeten zoveel mogelijk worden ingezet voor de inkoop van zorg. Het lijkt nu te veel op een welles-nietes spelletje. Wij willen hier duidelijkheid over krijgen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.”