Slechts een kwart (26 procent) van de verpleegkundigen voelt zich door de eigen organisatie gesteund in het omgaan met signalen van disfunctioneren. Dat constateert onderzoeksbureau NIVEL. Verpleegkundigen hebben vooral behoefte aan een explicieter beleid en een protocol over omgaan met disfunctioneren
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat ruim een derde van de verpleegkundigen het moeilijk vindt om een collega aan te spreken op signalen van disfunctioneren. Dit percentage is in het ziekenhuis niet anders dan in de thuiszorg en de huisartsenpraktijk. Wel vinden verpleegkundigen het extra moeilijk wanneer het een arts betreft. Gaat het om een arts, dan heeft bijna de helft moeite dit aan te kaarten. Nog moeilijker wordt het bij persoonlijke problematiek, zoals een verslaving.
Geruststellend
De helft van de verpleegkundigen in ziekenhuizen had vorig jaar de indruk dat een collega of arts niet goed functioneerde. In thuiszorgorganisaties is dit vier op de tien, constateerde NIVEL eind november al in een gerelateerd onderzoek. Bij de praktijkondersteuners van huisartsen ligt dit met één op de vier een stuk lager. Daarbij ging het met name om zorginhoudelijk handelen, communicatie en samenwerking met andere zorgverleners. Ondanks de gevoelde belemmeringen heeft 83 procent van de verpleegkundigen actie ondernomen bij signalen van disfunctioneren.
NIVEL-onderzoeker Anke de Veer vindt dit percentage “geruststellend”. “Door signalen van disfunctioneren bespreekbaar te maken kun je tijdig ingrijpen en wordt erger voorkomen”, aldus De Veer.
Verpleegkundigen geven aan dat een goede teamsfeer en aansturing door de leidinggevende het belangrijkst zijn om disfunctioneren bespreekbaar te maken. Daarnaast geven zij aan dat het bespreken van incidenten, een goede communicatie tussen zorgverleners, voldoende gekwalificeerd personeel en regelmatige functioneringsgesprekken helpen om disfunctioneren te voorkomen.
Protocol
Toch vindt maar net iets meer dan een kwart dat de eigen organisatie voldoende ondersteuning biedt. De Veer pleit daarom voor duidelijker spelregels. “Een duidelijk protocol helpt om je uit te spreken als je iemand iets ziet doen waar je je vraagtekens bij zet”, zegt De Veer. “In het bijzonder kan het helpen als het een arts betreft of bij grensoverschrijdend gedrag of een verslaving, want dat is voor hen extra moeilijk om bespreekbaar te maken.”
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS binnen het Panel Verpleging & Verzorging van het NIVEL. Van de paneldeelnemers hebben 254 verpleegkundigen uit algemene en academische ziekenhuizen afgelopen zomer een vragenlijst ingevuld over hun ervaringen met disfunctioneren. De respons was 57 procent.