Slechte samenwerking tussen organisaties en excluderende regelgeving belemmeren het vinden van adequate oplossingen. Dat zijn conclusies uit het proefschrift ‘Health, Disadvantage, and the Welfare State’ van Janna Goijaerts, dat zij verdedigt op 4 november 2025 aan de Universiteit Leiden.
Gezondheidsverschillen
In Nederland leven mensen in de hoogste inkomensgroep 8 jaar langer en 21 jaar langer in goede gezondheid dan mensen in de laagste inkomensgroep. Vijftien levensverhalen vormen het startpunt van het proefschrift (de originele interviews uit het boek Gezichten van een Onzeker Bestaan van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving). Die verhalen laten zien hoe sociaal-economische problemen leiden tot gezondheidsproblemen en andersom.
Hulp sluit niet goed aan
Goijaerts interviewde vervolgens vijfentwintig midden-managers van publieke organisaties om erachter te komen hoe hun organisatie hulp zou kunnen leveren in het geval van deze verhalen. De interviews laten zien dat in veel gevallen hulp mogelijk is, maar om verscheidene redenen niet op tijd komt of niet goed aansluit. Voorbeelden zijn dat mensen pas te laat om hulp komen vragen, dat er geen goede samenwerking is tussen verschillende organisaties of domeinen, maar ook het gebruik van excluderende regels in de uitvoeringspraktijk.
Health in All Policies
Ook analyseerde Goijaerts de opkomst van het huidige beleid van Health in All Policies (HiAP), de beleidsstrategie die nu door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt ingezet om gezondheidsverschillen te verkleinen. Deze strategie gaat ervan uit dat gezondheid een uitkomst is van niet alleen de zorg, maar de brede verzorgingsstaat. Goijaerts stelt dat het HiAP een adequaat uitgangspunt is, maar zich nog te veel beperkt tot retorische beleidsopties en zich te weinig richt op de concrete uitvoeringspraktijk, zoals dat ook in andere landen het geval is geweest.
