Bewoners van Zwanenburg en Halfweg hebben zaterdag in hun woonplaats geprotesteerd tegen de dreigende sluiting van verzorgingstehuis Eigen Haard. Twee inwoners van het dorp, een bejaarde bewoner van het tehuis en initiatiefneemster van de actie Inge Teunisse, ketenden zich een uur vast aan een brug tussen de twee Noord-Hollandse dorpen. Dat heeft Teunisse laten weten.
Er kwamen volgens de actievoerster ongeveer 100 inwoners van Zwanenburg, het naburige Halfweg en van het verzorgingstehuis op de actie af om mee te protesteren. Teunisse koos voor de brug als actieplaats omdat ze de verbondenheid wilde benadrukken tussen Zwanenburg, dat bij de gemeente Haarlemmermeer hoort, en Halfweg, dat onderdeel is van de gemeente Haarlemmerliede.
Onrust
De voorgenomen sluiting van het tehuis heeft veel onrust veroorzaakt in het dorp. Dorpsraad Zwanenburg-Halfweg voert gesprekken met de gemeente met als doel de sluiting te voorkomen. Woordvoerder Kees Bos van de dorpsraad vreest voor het lot van de 50 bewoners omdat zij mogelijk op andere locaties in de regio worden geplaatst, ver weg van vrienden en familie in Zwanenburg. Bijkomend nadeel volgens Bos is dat het openbaar vervoer in de streek ,,slecht geregeld” is.
Het tehuis is verouderd en Bos erkent dat het niet in deze vorm kan openblijven. Zijn wens is dat het complex zo wordt verbouwd dat de huidige bewoners er kunnen blijven.
De sluiting van Eigen Haard staat niet op zichzelf. Naar verwachting verdwijnen de komende jaren veel verzorgingstehuizen als gevolg van kabinetsbeleid om mensen die lichte zorg nodig hebben langer thuis te laten wonen. De NOS berekende zaterdag dat de komende vijf jaar 800 van de 2000 verzorgingstehuizen sluiten.
Recht
Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) benadrukte in een reactie dat ouderen die nu in een verzorgingstehuis wonen, recht houden op een plaats in een zorginstelling. Het is volgens hem vervelend voor mensen als ze moeten verhuizen terwijl ze nog tevreden zijn over de te sluiten locatie waar ze nu verblijven. Maar “niemand komt op straat te staan en niemand verliest z’n recht op een plek in een instelling”.