Beide partijen zijn blij met de uitspraak van de rechter in de zaak die Patiënten Adviesraad (PAR) aanspande tegen de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. De raad van bestuur moet stukken ter inzage geven, maar hoeft geen vertrouwelijke informatie te overleggen.
De partijen stonden op 9 januari tegenover elkaar tijdens een kortgeding bij de Arnhemse rechtbank. Op 23 januari deed de rechter uitspraak. Voor een bindend advies moet PAR de zaak voorleggen aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenspersonen (LCvV). Vooruitlopend daarop moet wel al bepaalde informatie aan PAR worden verschaft.
Wettelijk verplicht
De patiëntenraad claimde dat het sinds het aantreden van bestuursvoorzitter Mark van Houdenhoven, begin vorig jaar, verstoken bleef van beleidsinformatie. Zo werd de PAR het werken onmogelijk gemaakt, vond de raad. Volgens de Sint Maartenskliniek kreeg de adviesraad veel meer informatie dan de kliniek wettelijk verplicht is te geven. De PAR weigerde echter om te communiceren, aldus het bestuur.
Inzage
Bij de rechter eiste de PAR inzage in alle beleidsstukken en alle achterliggende informatie. Daarnaast werd geëist om een extra lid toe te voegen aan de raad van bestuur en de raad van toezicht. Die zouden er voor moeten zorgen dat de onderlinge verhoudingen weer worden hersteld. De rechter stelde op de meeste punten de Sint Maartenskliniek in het gelijk. De raad van bestuur is nu alleen verplicht om de beleidsstukken ter inzage aan te bieden.
Vertrouwen
“Wij zijn gelukkig met het ingrijpen van de rechter, en zijn duidelijke oordeel dat het bestuur van de Sint Maartenskliniek de PAR ontoereikend heeft geïnformeerd en derhalve niet aan haar wettelijke verplichtingen heeft voldaan”, zegt PAR-voorzitter Jan van Hunen.
Wat de raad van bestuur betreft worden de verhoudingen nu zo snel mogelijk hersteld. “We gaan nu met de PAR werken aan herstel van vertrouwen”, zegt Mark van Houdenhoven. “Want er liggen belangrijke adviesaanvragen te wachten waarbij de inbreng vanuit het patiëntenperspectief noodzakelijk is. Daarnaast gaan we graag met de PAR in gesprek over de toekomstige strategische ontwikkelingen in de Maartenskliniek.”