De invoering van een evidence based richtlijn voor de verzorging van mensen met dementie die daarbij depressief zijn, blijkt niet alleen prettig voor de patiënten, maar ook voor de verzorgenden. Zij ervaren hierdoor meer zelfstandigheid in hun werk, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het International Journal of Nursing Studies.
Weinig handvatten
Tot nu toe hadden verzorgenden nog weinig handvatten om dementerenden met een depressie te helpen. De richtlijn ‘Depressie bij Dementie’ biedt hen een methode waarmee ze er stap-voor-stap voor kunnen zorgen dat bewoners weer vaker dingen kunnen doen die ze fijn vinden. Daarbij grijpen ze bijvoorbeeld terug op hobby’s van vroeger. De bewoners voelen zich beter door deze aanpak. Uit onderzoek in negen verpleeghuizen blijkt nu dat gebruik van de richtlijn ook gunstig uitpakt voor verzorgenden, omdat zij door de invoering van de richtlijn meer zelfstandigheid in hun werk ervaren. Voorheen waren ze bij het omgaan met depressieve bewoners meer afhankelijk van psychologen in de instelling, al speelt hun advies nog steeds een belangrijke rol.
Zelfstandigheid
Eerder onderzoek toonde een positief verband aan tussen ervaren zelfstandigheid en werktevredenheid. Gebruik van de richtlijn kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het werk van verzorgenden op psychogeriatrische verpleeghuisafdelingen. NIVEL-onderzoeker Renate Verkaik: “Verzorgenden kennen verpleeghuisbewoners het beste en blijken prima in staat om psychosociale begeleidingsplannen op te stellen en uit te voeren. In het onderzoek zagen we dat dit hen enorm stimuleert. Door volgens de richtlijn te werken, zien ze in dat ze al met hele kleine dingen iets extra’s voor een bewoner kunnen betekenen. En de primaire drijfveer van de meeste verzorgenden is toch dat ze van betekenis willen zijn voor hun patiënten.”