Als het gaat over ouderen in de zorg, gaat het meestal over de zorg en ondersteuning die ouderen zelf nodig hebben. Veel ouderen zijn juist op een andere manier bij de zorg betrokken. Ze zijn vaak actief als vrijwilliger of geven mantelzorg. Momenteel doet bijvoorbeeld 25 procent van de 65-plussers vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Gang naar verpleeghuis uitstellen
De RVS stelt dat jonge ouderen een belangrijke rol kunnen spelen in een nieuwe manier van werken in de zorg. Om de zorg voor de toekomst te garanderen, moeten verschillende betrokken partijen in de zorg meer gaan samenwerken: beleidsmakers, burgers, patiënten, zorgverleners, onderzoekers én maatschappelijke organisaties. Dit betekent ook over de grenzen van volksgezondheid en zorg heen kijken. Burgerinitiatieven zoals zorgcoöperaties, waarin jonge ouderen vaak een grote rol hebben, zijn een voorbeeld van die andere manier van werken. “Deze zijn van groot belang, omdat ze voorzien in de behoefte van mensen in de derde levensfase om een zinvolle maatschappelijke bijdrage te leveren, en ook omdat mensen zich hiermee voorbereiden op hun eigen zorgvraag in de toekomst. Burgerinitiatieven voor zorg en ondersteuning kunnen zo de gang naar het verpleeghuis uitstellen”, stelt de RVS.
Knelpunten
Bij veel van deze initiatieven lopen burgers echter tegen knelpunten op in wet- en regelgeving, financiën en interne organisatie. Ze hebben worden bovendien niet als volwaardige partij door samenwerkingspartners erkend. De knelpunten bij burgerinitiatieven liggen voornamelijk in de samenwerking tussen betrokken partijen en gaan dus zowel burgers als gemeenten en professionals aan. De RVS roept gemeenten, zorgverzekeraars, pensioenfondsen en andere maatschappelijke stakeholders, zoals organisaties voor zorg en welzijn en woningcorporaties, om deze krachtig te ondersteunen.
Wonen en zorg
Het huidige beleid belemmert initiatieven om meer verbondenheid te realiseren, stelt de RVS. Dit is vooral van belang bij het realiseren van wensen voor gemeenschappelijk wonen en bij het aanmoedigen van vormen van informele zorg. Door collectieve vormen van wonen en zorg financieel aantrekkelijker te maken, worden deze opties bereikbaar voor een grotere en meer diverse groep. Daarnaast helpt het om bestaande sociale netwerken van jonge ouderen als uitgangspunt te nemen bij ontwikkeling en deze netwerken in contact te brengen met formele of professionele netwerken en organisaties. Dit vergroot het handelingsperspectief van mensen in de derde levensfase.
Burgers doen er zelf goed aan om te zoeken naar mogelijkheden voor professionalisering van hun eigen organisatie. Waar mogelijk moet ze externe expertise betrekken waarmee ze kunnen zorgen dat de kennisdeling ende binding van mensen aan het initiatief een solide basis vormen om vanuit te kunnen werken.
Erkenning
Tot slot is het van belang de maatschappelijke bijdrage van mensen in de derde levensfase beter zichtbaar te maken en hoger te waarderen, stelt de Raad. “Dit kan de aantrekkelijkheid van maatschappelijk relevante activiteiten voor jonge ouderen verhogen en de continuïteit van bestaande activiteiten stimuleren. De maatschappelijke bijdrage van mensen in de derde levensfase kan vrijwillig zijn, maar zal ook vaak in bepaalde mate als een verplichting voelen, bijvoorbeeld bij mantelzorg en de opvang van kleinkinderen. In die gevallen is erkenning en waardering extra belangrijk.”
vdbnl
“Beter laat dan nooit” is mijn eerste reactie na het lezen over de RVS opvattingen. Gelukkig hebben ondernemende zorgbestuurders en ondernemers in de zorg hier al veel eerder op geanticipeerd. Toenmalig minister van VWS – Ab Klink – waarschuwde al om tijdig maatregelen te nemen wegens de structurele tekorten aan zorgmedewerkers. Meer adverteren is als nog meer hengels uitgooien in een vijver die al bijna is leeg gevist, dus niet zo intelligent. Zelf ben ik mede initiatiefnemer van de bouw van 200 “generatiebestendige” appartementen, hotel met zorgfaciliteiten, medisch centrum, kindercrèches en boerderij vlakbij Dusseldorf. Het leidend thema is “Verbonden wonen”. Men spreekt daar over de actieve rol van “Junge Grauen” De RVS slaat de spijker op de kop met de genoemde knelpunten. Die gelden ook in Duitsland. Dus inderdaad beter laat dan nooit. 9 januari 2020 – Jan van der Beek .
Sabine Blom
De jongere oudere is al actief in de zorg
Het is goed dat er veel aandacht is voor de jongere oudere, zoals in het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) onder leiding van oud-minister Jet Bussemaker. Vitale ouderen willen graag een nuttige bijdrage leveren aan de maatschappij. Daar is de zorgbranche uitermate geschikt voor en dat gebeurt ook al.
Organisaties voor aanvullende mantelzorg, zoals Saar aan Huis, bieden ondersteuning aan thuiswonende ouderen die eenzaam zijn of hulp kunnen gebruiken. Die ondersteuning wordt gegeven door betrokken ‘Saars’. Dat zijn in veel gevallen precies die jongere ouderen waar de RVS het over heeft. Mensen die graag een steentje willen bijdragen aan de maatschappij en ook nog wat willen verdienen. Zij hebben levenservaring, zijn vaak zelf mantelzorger geweest en weten wat kwetsbare ouderen nodig hebben. Door de ondersteuning van Saars krijgen thuiswonende ouderen meer aandacht, bijvoorbeeld door samen boodschappen te doen, te koken of met een Saar naar een arts te gaan.
Bij Saar aan Huis zien we dat we ook steeds meer worden ingezet door verpleegtehuizen die door het arbeidstekort in de zorg tegen problemen aanlopen met de invulling van hun formatie.
Daarnaast krijgt Saar aan Huis te maken met aanvragen van bedrijven die aanvullende mantelzorg inzetten om hun werknemers te ontlasten. Bijvoorbeeld als een partner langdurig is uitgeschakeld en het gezin draaiende moet worden gehouden. Ook in dat soort situaties zijn jongere ouderen door hun levenservaring betrouwbare krachten.
Door de aanvullende mantelzorg professioneel te organiseren kunnen jongere ouderen die nog willen werken of maatschappelijk actief willen zijn tegen betaling, hun talenten te benutten. Dit is het maatschappelijk potentieel waar de RVS naar verwijst en dat de komende jaren alleen maar zal groeien. Deze sector kent geen arbeidstekort zoals die elders in de zorg bestaat. Organisaties voor aanvullende mantelzorg, zoals Saar aan Huis met 35 vestigingen in heel Nederland, dragen wezenlijk bij aan het oplossen van grote maatschappelijke problemen omdat ze ook bijdragen aan het beheersen en verlagen van de zorgkosten. De ervaring leert dat welzijn voor zorg gaat. Als kwetsbare ouderen zich prettig voelen, doen ze minder snel een beroep op medische zorg. Minister Hugo de Jonge zei in een interview: ‘Elke week dat een oudere later een beroep doet op medische zorg, scheelt dat de overheid heel veel geld.’
Kortom, als Saar aan Huis zijn we heel blij met de jongere oudere, en niet alleen wij maar ook onze cliënten.
9/1/2020 Sabine Blom van Assendelft
cora
Een heel goed artikel. Alleen is de kop niet duidelijk in wie er nu aan zet is.
Die ouderen zorgen namelijk allang. Ze zouden mogelijk nog veel meer kunnen en willen als de regelgeving dat niet zo ingewikkeld maakt en tegenwerkt.
Het zijn gemeenten en instanties die in actie moeten komen om de voorwaarden te scheppen, om het mogelijk te maken. Dus niet pushen op die vitale ouderen om nog meer te gaan zorgen, maar hun eigen initiatieven beter mogelijk maken.