Beeld: SDI Productions / Getty Images / iStock
Fysieke nabijheid, korte lijnen en regelmatige overlegmomenten zijn hierin belangrijk. De wachttijden bij het sociaal domein en wisselingen in contactpersonen worden daarentegen als belemmerend ervaren.
Voor de IZA-monitor onderzocht het Nivel vanuit het perspectief van huisartsenpraktijken hoe de samenwerking met het sociaal domein wordt ervaren. Deze respons is verkregen via de Nivel huisartsenpraktijkenquête.
Aantal verwijzingen
Er is een relatie gevonden tussen de frequentie van verwijzen en een betere ervaren samenwerking. Praktijken die wekelijks tot dagelijks verwijzen naar het sociaal domein, ervaren vaker een betere samenwerking: 53,3 procent. Dat is anders bij praktijken die maandelijks doorverwijzen: 39,3 procent. Wanneer dit slechts niet tot enkele keren per jaar gebeurt, ervaart 25 procent een goede samenwerking.
Daarbij zorgt een prettige ervaring met een doorverwijzing voor meer verwijzingen naar het sociaal domein.
Bevorderend en belemmerend
De faciliterende factoren voor een positieve samenwerking, zijn: een duidelijke contactpersoon, korte lijntjes en een periodiek overlegmoment. En: digitale applicaties voor doorverwijzen en onderhouden van contact en een gemeentelijk sociaal loket.
Zaken die de samenwerking belemmeren, zijn: personeelswisselingen en onduidelijkheid over bijvoorbeeld welke hulp het sociaal domein kan bieden. Maar ook het ontbreken van terugkoppeling, en structurele bekostiging of slechte bereikbaarheid.
IZA
De partijen in zorg en welzijn zijn in het Integraal Zorgakkoord (IZA) overeengekomen dat beter samenwerken een belangrijk onderdeel is van het versterken van de eerste lijn. Met de IZA-monitor (2024-2026) rapporteert het Nivel jaarlijks over de beweging naar een sterkere eerste lijn. Dit wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS. Hierin werkt het Nivel samen met Zorginstituut Nederland.

