Naarmate landen meer uitgeven aan formele thuiszorg krijgen hulpbehoevende burgers minder informele hulp van familie, vrienden of buren. Dat komt naar voren uit een vergelijkende internationale studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het SCP onderzocht zelfstandig wonende 50-plussers in acht Europese landen in de periode 2004 tot 2013. Deze periode kenmerkt zich door investeringen in de thuiszorg, en een toename in de uitgaven aan deze zorg.
Een stijging in de uitgaven aan thuiszorg brengt voor een kleine meerderheid (57 procent) van de 50-plussers geen verandering in hun ontvangen informele hulp teweeg. Zij ontvingen ofwel de hele bestudeerde periode geen zorg (54 procent), of ontving deze zorg voortdurend (3 procent).
In de overige gevallen wordt de kans op informele hulp kleiner als de thuiszorguitgaven toenemen. De SCP-onderzoekers denken dat informele hulp niet meer nodig is als er meer mogelijkheden zijn om thuiszorg te ontvangen.
Niet intensief
Het SCP ziet wel een opvallend verschil tussen landen met hoge thuiszorguitgaven en lagere thuiszorguitgaven. In die eerste groep landen zijn meer 50-plussers die informele hulp ontvangen dan in landen met lagere uitgaven. De verklaring hiervoor is dat in landen met hoge thuiszorguitgaven meer mensen met matige of lichte gezondheidsbeperkingen zorg ontvangen, zowel formeel als informeel. Hoewel meer mensen een vorm van hulp ontvangen, is die hulp over het algemeen niet heel intensief. In landen met lage zorguitgaven is de informele zorg wel vaak intensief, dagelijks of wekelijks.