Slachtoffers van loverboys worden nog onvoldoende gesignaleerd en niet altijd verwezen naar de gespecialiseerde jeugdhulp. Slachtoffers die wel in een jeugdhulpinstelling terechtkomen krijgen door over het algemeen goede hulp aangeboden.
Dit constateert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op basis van onderzoek naar de kwaliteit van de gespecialiseerde hulp aan minderjarige slachtoffers van loverboys. Op verzoek van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzocht de inspectie naar de kwaliteit van zorg in dertien jeugdhulpinstellingen.
De inspectie constateert dat het merendeel van de jeugdhulpinstellingen goede hulp biedt aan de vaak minderjarige slachtoffers van loverboys. Tijdens de behandeling werken de professionals samen met de jeugdigen aan het versterken van het zelfbeeld en de weerbaarheid, het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling en aan traumaverwerking. Ook streven zij naar een goede samenwerking met de ouders en het vergroten van het sociale netwerk van de jeugdige.
De inspectie noemt het zorgelijk dat het aantal behandelde slachtoffers van loverboys veel lager ligt dan het geschatte aantal slachtoffers. Bij de dertien jeugdhulpaanbieders waren in het voorjaar van 2017 142 slachtoffers van loverboys in behandeling. Dit terwijl het aantal minderjarige slachtoffers op grond van de ‘Slachtoffermonitor mensenhandel 2012-2016’ wordt geschat op 1.363.
Doorverwijzing
Dit betekent volgens de inspectie dat de signalering en doorverwijzing naar de gespecialiseerde jeugdhulp nog niet altijd goed verloopt. “Het is van belang dat het bestaande hulpaanbod beter bekend raakt bij de gemeenten die de jeugdigen naar de hulp verwijzen en voorts dat gemeenten, VNG en VWS zorgen dat er een landelijk dekkend hulpaanbod voor deze slachtoffers komt”, aldus de IGJ in het rapport.
Ook stelt de inspectie een aantal verbeteringen voor om de zorg voor slachtoffers van loverboys te verbeteren. Zo dienen enkele instellingen bij de uitvoering van de hulpverlening nadrukkelijker aan te sluiten bij de problematiek van de slachtoffers. Verder moet bijna de helft van de instellingen de medewerkers verder scholen in het werken met (vermoedelijke) slachtoffers van loverboys.