Een gespecialiseerde polikliniek voor boezemfibrilleren vermindert het aantal heropnames en van het risico op overlijden aanzienlijk. Door de inzet van gespecialiseerde verpleegkundigen en betere naleving van richtlijnen kan het risico hierop worden gehalveerd.
Dat concluderen Maastrichtse onderzoekers op basis van onderzoek in acht Nederlandse ziekenhuizen. Het vooraanstaande wetenschappelijk tijdschrift European Heart Journal publiceert deze week hun resultaten.
Coördinatie
In totaal werden 1354 patiënten onderzocht, van wie ongeveer de helft werd gezien door een cardioloog op de reguliere poli en de andere helft door de verpleegkundig specialist op de atrium fibrilleren (AF)-poli. In de gespecialiseerde AF-poli is niet de cardioloog in de lead, maar is een coördinerende rol weggelegd voor een verpleegkundig specialist. Die wordt hierbij ondersteund door een digitaal hulpsysteem. Deze opzet leidt er blijkens het onderzoek toe dat de richtlijnen beter worden nageleefd. Meer ‘ervaren’ ziekenhuizen wisten risico op heropnames en overlijden met maar liefst 48 procent te verminderen. In andere, minder ervaren ziekenhuizen waren er geen verschillen tussen de twee poliklinieken.
Ervaring
“We laten nu zien dat de winst met name is te zien bij de ervaren ziekenhuizen”, zegt onderzoekscoördinator en verpleegkundig specialist Petra Wijtvliet. “Maar uiteindelijk verwachten we die winst ook te boeken naarmate andere ziekenhuizen meer ervaring gaan opdoen.”
“Om de cardiovasculaire zorg duurzaam te houden, moeten we blijven zoeken naar mogelijkheden om de zorg te verbeteren”, zegt Harry Crijns, hoofd Cardiologie van het Maastricht UMC+. “Dit is een mooi voorbeeld, waarbij we de kracht van de verpleegkundig specialist optimaal kunnen benutten en waar we door nauwere samenwerking de zorg optimaliseren.”
Richtlijnen
In Nederland zijn zo’n 300.000 mensen met boezemfibrilleren. Daarmee is het de meest voorkomende vorm van hartritmestoornissen. Deze patiënten worden normaliter gezien op een algemene afdeling Cardiologie door een cardioloog, die het behandeltraject coördineert. De praktijk leert echter dat richtlijnen dan niet voldoende worden opgevolgd en de behandeling dus niet altijd optimaal wordt uitgevoerd. Dat kan cardiovasculaire complicaties met zich meebrengen, waardoor een heropname nodig is of zelfs het risico op overlijden toeneemt.