Het aantal jongeren in instellingen voor gesloten jeugdzorg, de JeugdzorgPlus, is sinds 2014 met ruim twaalf procent toegenomen. Jongeren verblijven gemiddeld zeven maanden in een gesloten instelling. Dat was in 2014 nog bijna acht maanden. Dat meldt Jeugdzorg Nederland op basis van de gegevens die de brancheorganisatie voor jeugdzorgorganisaties elk half jaar verzamelt.
“Het doel van de Jeugdwet was minder zware hulp en sneller hulp dichtbij. Dat lijkt nog onvoldoende gelukt”, aldus Bas Timman, bestuurslid van Jeugdzorg Nederland. “Er gebeurt veel in de regio’s: nieuwe werkwijzen hebben tijd nodig. Tegelijkertijd laten de cijfers zien dat gemeenten en jeugdzorg gezamenlijk nog wel wat te doen hebben.”
Door de hogere instroom raken de gesloten instellingen vol, constateert Jeugdzorg Nederland. Timman: “Meer bedden zijn niet de oplossing. Dat moeten we als samenleving ook niet willen. De oplossing zit wat ons betreft veel meer in intensievere ambulante ondersteuning, kleinschalige opvang en nieuwe vormen van zorg.”
Uit de cijfers van Jeugdzorg Nederland blijkt ook dat rechters steeds vaker een gesloten machtiging afgeven, zonder dat er ook een kinderbeschermingsmaatregel van kracht is. In 2014 was dat nog 19 procent van de gevallen; in het eerste half jaar van 2017 is het aantal plaatsingen zonder maatregel gestegen tot 25 procent. De brancheorganisatie pleit voor een landelijk onderzoek naar de oorzaken van die toename. Timman: “Als we weten hoe de verwijzingen lopen, zijn we ook beter in staat de problematiek aan te pakken.”
Afspraken
Ook wil Jeugdzorg Nederland dat de verschillende jeugdzorgregio’s met elkaar afspraken maken over het terugdringen van het aantal jongeren in de gesloten jeugdzorg geraken. Daarnaast is volgens de brancheorganisatie meer geld nodig om de problemen aan te pakken. “Extra investeringen zijn nodig voor vernieuwende methoden en zorgvormen waarmee gesloten plaatsing voorkomen kan worden”, aldus Timman.
JeugdzorgPlus is gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening. Zonder behandeling vormen zij een risico voor zichzelf of hun omgeving.