De strafrechtelijke procedures rond fraude in de zorg worden aangescherpt. Dit hebben het Verbond van Verzekeraars (Verbond), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de politie en het Openbaar Ministerie (OM) met elkaar afgesproken.
In het kader van het Convenant Aanpak Verzekeringsfraude hebben de betrokken partijen enkele prioriteiten vast gesteld als het gaat om het strafrechtelijk aanpakken van fraude in de zorg. Deze prioriteitstelling dient voor het OM als leidraad bij de afweging welke zaken daadwerkelijk strafrechtelijk worden vervolgd. Aangezien strafrecht een kostbaar instrument is, moet de inzet ervan volgens de convenantpartners in verhouding staan tot de ernst van het probleem, temeer daar zorgverzekeraars ook de nodige middelen hebben om fraudeurs civielrechtelijk aan te pakken.
Ernst
Bij het wegen van de ernst van de fraude wordt ondermeer gekeken naar de vraag of de fraude in combinatie met andere strafbare feiten is gepleegd en of er sprake is van een georganiseerd verband. Ook recidive en de omvang tellen mee bij het vast stellen van de ernst van het vergrijp, net als een eventuele voorbeeldfunctie van de dader en misbruik van kwetsbare slachtoffers.
Prioriteiten
Op grond van deze algemene uitgangspunten komen verzekeraars, politie en OM tot twee concrete prioriteiten op het terrein van zorgfraude. Nummer één is georganiseerde fraude door samenspannende zorgverleners. Hierbij kan gedacht worden aan zorgverleners die binnen een maatschap afspreken om meer werkzaamheden te declareren dan daadwerkelijk verricht. Ook interne fraude met zorgverzekeringen door infiltratie van criminelen geldt voortaan als een zware prioriteit. Zorgverzekeraars zeggen steeds vaker te maken te krijgen met criminele organisaties die infiltreren bij een verzekeraar om zo met zorgverzekeringen te frauderen. Verzekeraars hebben het vermoeden dat dit niet alleen gebeurt bij verzekeraars maar ook bij indicatieorganen. De opzet lijkt vooral gericht op het verkrijgen van persoonsgebonden budgetten
Signaal
Als lichte zaken zijn aangemerkt het onrechtmatig claimen van medische kosten in geval overlappende reis- en zorgverzekeringen en makkelijk te bewijzen fraudes met zorgverzekeringen, waarbij fysiotherapeuten valsheid in geschrifte plegen. Hoewel verzekeraars lichte fraudegevallen primair civielrechtelijk afhandelen, komen ook deze lichte zaken voor mogelijke strafrechtelijke vervolging in aanmerking, stelt Gerben Wijnja, adviseur Bovenregionale Recherche Noord Oost Nederland (BR NON). De kwalificatie “licht” is volgens Wijnja bedoeld als “signaal aan de maatschappij dat fraude nooit getolereerd wordt.”