Mensen die langer dan twee dagen op de intensive care (IC) hebben gelegen, ondervinden daar soms jaren later nog problemen van die hen hinderen in hun dagelijkse leven. Daar moet meer aandacht voor komen, zegt lector Marike van der Schaaf van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het Academisch Medisch Centrum (AMC).
Van der Schaaf doet onderzoek naar het herstel en de revalidatie van IC-patiënten. Een verblijf op de IC leiden tot lichamelijke klachten voor de patiënt – een meerderheid heeft daar een jaar later nog steeds last van. Daarnaast spelen ook psychologische klachten hen parten, zoals vergeetachtigheid, depressie en post-traumatische stressstoornis. Deze klachten leiden tot grote beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, zoals lopen, en terugkeer naar werk.
De levensbedreigende situatie en de noodzakelijke ic-behandeling leiden vaak tot klachten die niet direct zichtbaar zijn. Zo ervaart een groot aantal patiënten geheugen- en concentratieproblemen of heeft last van emotionele instabiliteit, angst, depressie en slapeloosheid. Ook kampt een aanzienlijk deel van de patiënten met de post-traumatische stress-stoornis (PTSS) na een ic-opname, blijkt uit onderzoek van Van der Schaaf. Ruim de helft van de patiënten die langer dan twee dagen op de ic beademd zijn geweest, werkt een jaar na ontslag uit het ziekenhuis nog niet volledig.
Doorbraak
Psychologische klachten werden lange tijd niet erkend, volgens Van der Schaaf. In 2012 is de term post-intensive-care-syndroom geïntroduceerd om de restverschijnselen te omschrijven die vaak voorkomen bij voormalige IC-patiënten. “Dit was een belangrijke doorbraak: vanaf dat moment is wereldwijd consensus ontstaan dat er meer aandacht moet worden geschonken aan de problemen die kunnen ontstaan ten gevolge van een ic-opname.”
Toch is nazorg voor deze groep nu nog lang niet vanzelfsprekend. Het past niet binnen de reguliere behandellijnen dat een IC-patiënt na ontslag nog met een IC-arts spreekt. Van der Schaaf: “Veel voormalig ic-patiënten en hun families voelen zich niet herkend en erkend in de problematiek. Medisch specialisten in het ziekenhuis, huisartsen en arbo-artsen zijn nog lang niet altijd op de hoogte van de gevolgen. Het is heel belangrijk dat er aandacht en erkenning komt voor deze complexe problemen .”