Patiënten en verwijzers optimale transparantie bieden over de kwaliteit van “zeer complexe, ‘topklinische’ zorgfuncties”, dat is wat de STZ belooft met het Topklinisch Zorgregister. Het op 10 december met het nodige aplomb gepresenteerde online register (“eerste in zijn soort”) blijkt vooralsnog technisch onvoldragen, terwijl ook de beloofde kwaliteitsinformatie ver te zoeken is.
Vier jaar hebben de 26 Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) naar eigen zeggen gewerkt aan het online register. Met het oog op de totstandkoming van het register heeft een commissie onder leiding van oud-STZ-voorzitter Marjanne Sint, met daarin bestuurders, medici én vertegenwoordigers van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Patiëntenfederatie, bijna honderd complexe ‘topklinische’ zorgfuncties geïdentificeerd. Deze topklinische functies worden in het register gewogen op basis van “verschillende inhoudelijke, kwalitatieve criteria”, zoals de aard van het ziektebeeld, gespecialiseerde diagnostiek, bijzondere behandeling en het multidisciplinaire karakter.
Geldingskracht
Met deze informatie wil de STZ in de eerste plaats de patiënt informeren over de kwaliteit van de topklinische zorg. Daarnaast moet het register eerstelijns- verwijzers zoals huisartsen en artsen bij doorverwijzende ziekenhuizen bedienen. “Met het register kunnen ziekenhuizen en huisartsen hun patiënten gaan verwijzen op strikt inhoudelijke gronden”, aldus STZ-directeur Fenna Heyning het initiatief toe. “Ze kunnen er eenvoudig vinden wáár en hoe complexe zorg op topklinisch niveau wordt aangeboden.”
“Het register leidt voor de buitenwacht tot meer inzicht, maar heeft tegelijkertijd ook intern veel geldingskracht”, stelt STZ-voorzitter Hans van der Schoot. “Medisch specialisten die bij onze leden complexe aandoeningen behandelen, kunnen er bevestiging in vinden voor de kwaliteit van hun werk.”
Dode link
Wie de moeite neemt om in het register te grasduinen vindt vooralsnog weinig dat bovenstaande claims kan onderbouwen. Op tal van zoektermen slaat het register niet aan, over de honderd door de commissie-Sint aangewezen topklinische functies is op de site niets terug te vinden. Waar het register wel reageert op zoekopdrachten, schort het aan verdieping. De bezoeker krijgt op zijn best wat namen van ziekenhuizen. Soms zijn die doorgelinkt naar de algemene homepage van het betreffende ziekenhuis, maar even zo vaak is er geen actieve link of volgt de bezoeker een dode link. Van de beloofde kwaliteitsinformatie is niets terug te vinden.
Geen meerwaarde
In reactie op de vraag naar deze onvolkomenheden laat STZ-woordvoerder Carla Zonneveld weten dat het register moet worden gezien als een dynamisch systeem dat de komende maanden doorontwikkeld moet worden. De Patiëntenfederatie, die in een adviserende rol bij de ontwikkeling van het register betrokken was, is duidelijker. “In de huidige opzet heeft het register geen meerwaarde voor de patiënt”, zegt woordvoerder Thom Meens. “Het is nog te veel in ontwikkeling. Dat is ook de reden dat we hebben geadviseerd om er geen grote ruchtbaarheid aan te geven.”
Piketpaal
De STZ ziet dit blijkens de woorden van Van der Schoot anders: “Met de lancering slaan we een fraaie piketpaal. De komende periode gaan we nog tientallen complexe behandelingen beoordelen. Het register krijgt daarmee een steeds groter belang voor zowel verwijzers en medici, als voor verzekeraars, overheid en de patiënten zelf.”