“Pas op de vierde onderhandelingsdag kwamen werkgevers met een cao-bod van 5,5 procent voor twee jaar, waarin alle arbeidsvoorwaarden, dus ook loon, moeten passen”, stellen de bonden. “Niet eens voldoende om de lonen voor de inflatie te compenseren.”
Financieel kader
Volgens de vakbonden wentelen werkgevers voorgenomen overheidsbezuinigingen af op de medewerkers. “Ze maken medewerkers verantwoordelijk voor de verdeling van geld binnen een financieel kader, dat bovendien onvoldoende is om de noodzakelijke ingrepen te doen en om medewerkers te behouden voor deze sector.”
De bonden zien dat er daardoor geen financiële ruimte is om te onderhandelen over zaken als scholing, werkdruk, verbetering van de reiskosten en stagevergoeding of een goed generatiebeleid. “Dat terwijl je juist concurrerend moet zijn in een sector waar zoveel personeelstekorten zijn en de werkdruk torenhoog is. Er stappen nu al veel medewerkers over naar aanpalende branches. Het is een schoffering van de medewerkers en hun vakmanschap.”
Politiek
Behalve de werkgevers wijzen de bonden dan ook naar politiek de politiek. Lilian de Groot, onderhandelaar arbeidsvoorwaarden FBZ : “Het is primair de verantwoordelijkheid van werkgevers om een gezonde en veilige werkplek te organiseren en de loonruimte te regelen.” “Ook politiek, wethouders en bewindspersonen dienen doordrongen te zijn van het aanstaande faillissement van de jeugdzorg en wezenlijke keuzes te maken, anders dan wat ze tot nu toe hebben gedaan.”
Vakbonden zien geen mogelijkheid om nu verder te praten en gaan terug naar hun leden. De bonden willen voor de volgende onderhandelingen, op 10 september, “een substantieel beter en gespecificeerd bod ontvangen”.
Lage tarieven
De werkgevers, verenigd in Jeugdzorg Nederland, laten weten “teleurgesteld” te zijn. “Onze inzet is te komen tot een volwaardig pakket aan arbeidsvoorwaarden die de positie van onze professionals in het complexe werkveld van de jeugdzorg verder verstevigt. Denk hierbij aan afspraken over ontwikkeling, scholing, werkdruk en loon. Gezien de zorgelijke financiële situatie van jeugdzorgaanbieders, voornamelijk veroorzaakt door lage tarieven en beperkte financiële ruimte in het stelsel, beseffen we dat dit geen eenvoudig gesprek zal zijn. Vanwege de grote uitdagingen die spelen in de jeugdzorg en de belangen van onze medewerkers vinden wij het belangrijk dat ons geplande overlegmoment op 10 september doorgaat. Hierbij is het van belang dat Rijk en gemeenten de urgentie en medeverantwoordelijkheid voelen dat een volwaardig arbeidsvoorwaardenpakket een noodzakelijkheid is voor een toekomstbestendige sector.”

