Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) betreurt dat er vanuit zijn ministerie een verzoek is gedaan om documenten te vernietigen. “Dit is niet de manier waarop VWS wil werken”, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van de PvdA en GroenLinks.
Dit meldt de NOS.
De PvdA en GroenLinks vroegen opheldering over de afhandeling van de inzet door de gemeente Utrecht van loktieners in 2014. Deze jongeren moesten in cafés testen of de drank- en horecawet werd nageleefd. De minimumleeftijd voor alcohol was toen net verhoogd naar 18 jaar. Een leidinggevende medewerker van VWS liet de gemeente destijds in een mailwisseling weten dat de inzet van loktieners waarschijnlijk onwettig was en overlegde over een andere strategie.
Van Rijn beaamt in zijn brief dat zij vervolgens telefonisch aan een medewerker van de gemeente Utrecht heeft gevraagd om de mailwisseling hierover “terug te halen”, zodat hierover geen misverstanden zouden kunnen ontstaan. “Uit een interne mail die we inmiddels van de gemeente Utrecht hebben ontvangen, blijkt dat deze medewerker de gemeente Utrecht verzocht heeft alle correspondentie te verwijderen met oog op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)”, schrijft Van Rijn.
Het radioprogramma Argos maakte het verzoek om de stukken te vernietigen onlangs bekend. Een ambtenaar vertelde daarin dat er bewust stukken zijn vernietigd, omdat het beeld zou kunnen ontstaan dat Van Rijn aanvankelijk onterecht toestemming gaf voor de inzet van loktieners. Volgens Van Rijn was goed- of afkeuring niet aan zijn ministerie, “aangezien het een verantwoordelijkheid van de gemeente Utrecht betreft.”