Nivel, UMCG, MUMC en consortiumpartijen hebben in opdracht van VWS een zorgbrede nulmeting naar het proces van medicatieoverdracht uitgevoerd. Daaruit blijkt dat er vaak verschillen zijn tussen het medicatiegebruik van de patiënt en de medicatielijst die de zorgverlener gebruikt en verstrekt. De resultaten onderstrepen de noodzaak van het goed uitwisselen van medicatiegegevens tussen zorgverleners.
Medicijndiscrepantie
Deze verschillen in gebruik en wat wordt voorgeschreven wordt onbedoelde medicatiediscrepanties (OMD) genoemd. Bij poliklinieken, huisartsen en openbare apotheken werd bij 44 tot 90 procent van de patiënten minstens een OMD gevonden. Bij opname en ontslag in ziekenhuizen is de situatie beter, daar had 9 en respectievelijk 14 procent van de patiënten minstens een OMD. Dit komt door de medicatieverificatie die apothekersassistenten uitvoeren. Ze halen fouten uit de aangeleverde medicatielijsten door in gesprek te gaan met de patiënt en zo nodig te bellen met zorgverleners.
Noodzaak
De nulmeting onderstreept de noodzaak van het goed uitwisselen van medicatiegegevens tussen zorgverleners. Zo kunnen ze beschikken over een compleet en actueel medicatieoverzicht. Hierdoor worden medicatie-incidenten voorkomen en verminderen de administratieve lasten voor zorgverleners.
In het landelijke programma Medicatieoverdracht werken partijen hard aan het realiseren van goede, gestandaardiseerde medicatieoverdracht te realiseren. De verwachting is dat het aantal onbedoelde medicatiediscrepanties daardoor afneemt. De effecten van de implementatie zullen de onderzoekers in een vervolgmeting onderzoeken.
