Vier keer zoveel mensen met psychische klachten klopten in 2016 aan bij de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ) als in 2012. Dit blijkt uit gegevens van Vektis Intelligence over de ggz.
In 2016 zochten 485 duizend mensen hulp bij de praktijkondersteuner, terwijl dat er vier jaar eerder 122 duizend waren. Twee keer zoveel huisartsenpraktijken hebben inmiddels een POH-GGZ toegevoegd aan hun praktijk. 61 procent van de patiënten die in 2014 bij de POH-GGZ komen, had in 2015 geen ggz meer nodig.
Vektis Intelligence constateert dat de POH-GGZ een serieus en laagdrempelig ‘startpunt’ is voor mensen met een geestelijke aandoening. Dit sluit aan bij de afspraken van partijen in de huisartsen- en multidisciplinaire zorg om de zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt te organiseren. 63 Procent van de patiënten die in 2014 bij de POH-GGZ kwamen, had in 2015 geen ggz-zorg. Een kwart van de patiënten bleef bij de praktijkondersteuner in 2015, 5 procent kwam terecht in de basis ggz en 7 procent in de gespecialiseerde ggz.
Ggz-patiënten
Er waren in totaal 1 miljoen volwassen ggz-patiënten in 2015, 45 procent hiervan ontving zorg in de gespecialiseerde ggz, 37 procent had minimaal een consult bij de POH-GGZ, 18 procent in de generalistische basis ggz, 0,1 procent in de langdurige ggz en 1 procent had een zorgzwaartepakket ggz B (voortgezet verblijf). In 2016 zijn tot nu toe ggz-declaraties van ruim 900 duizend volwassenen vergoed. Vektis verwacht dat dit aantal zal toenemen tot een aantal dat in de buurt komt van dat van 2015.
Omdat nog niet alle geleverde ggz-behandelingen zijn vergoed, is ook nog niet duidelijk hoeveel de ggz heeft gekost in 2016. Tot nu toe is er bijna 2,4 miljard euro vergoed. In 2015 gaf Nederland in totaal 3,9 miljard euro uit aan het geestelijk welzijn van de inwoners. Depressie, angst en persoonlijkheidsstoornissen vormen de top-3 geestelijke aandoeningen waaraan mensen lijden.