Instellingen die verslavingszorg aanbieden zouden patiënten direct bij de intake moeten screenen op ADHD. Dit maakt een gerichtere aanpak van de problematiek mogelijk, stelt promovendus en psychiater in opleiding Katelijne van Emmerik-van Oortmerssen.
Van Emmerik-van Oortmerssen promoveert op 20 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar onderzoek naar ADHD bij patiënten met een verslaving. De promovenda concludeert dat ADHD gemiddeld bij een op de vijf patiënten met een verslaving voorkomt. Verder blijkt uit haar onderzoek dat verslaafde patiënten met ADHD vaak meer psychiatrische problemen hebben, zoals persoonlijkheids- en stemmingsstoornissen.
Behandeling
De onderzoeker ontwikkelde voor verslaafden met ADHD een geïntegreerde behandeling met cognitieve gedragstherapie voor zowel de verslaving als ADHD. Uit een eerste vergelijking tussen deze nieuwe aanpak en de standaardbehandeling blijkt dat de geïntegreerde aanpak een beter effect heeft op het verminderen van ADHD-klachten, zonder dat daar medicatie voor nodig is. Voor het aanpakken van de verslaving werken beide behandelingen even goed.
Op basis van haar onderzoek adviseert Van Emmerik-van Oortmerssen om patiënten met een verslaving altijd te screenen op ADHD. Zij pleit ervoor dat in die screening ook rekening wordt gehouden met mogelijke bijkomende persoonlijkheids- en stemmingsstoornissen.