Mensen met een ongeneeslijke ziekte zijn erbij gebaat als tijdig met hen wordt besproken wat hun wensen zijn voor zorg en behandelingen. Zo kan worden voorkomen dat zij behandelingen krijgen die zij eigenlijk niet hadden gewild.
Dit concluderen wetenschappelijk onderzoekers Judith Rietjens en Ida Korfage van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Oncology. De studie is uitgevoerd in opdracht van de European Association for Palliative Care (EAPC).
Het onderzoek gaat over advance care planning (ACP), een proces waarbij de patiënt met de naasten en de behandelend arts zijn doelen en voorkeuren voor toekomstige zorg en behandeling bespreekt. ACP is van belang omdat mensen soms zorg en behandelingen ontvangen die zij eigenlijk niet meer hadden gewild, zoals reanimatie of een acute ziekenhuisopname in de laatste levensfase. Tijdig nadenken en spreken met naasten en zorgverleners over wat men zou willen in dergelijke omstandigheden, vergroot de kans dat de wensen en voorkeuren van de patiënt meegenomen kunnen worden in de besluitvorming.
Aanbevelingen
Op basis van de kennis en opvattingen van meer dan honderd experts op het gebied van ACP uit veertien landen hebben Rietjens en Korfage en de andere onderzoekers aanbevelingen gedaan voor ACP. Zo adviseren zij bijvoorbeeld om het gesprek over de toekomstige zorg en behandelingen af te stemmen op de mate waarin een patiënt eraan toe is om hierover na te denken. Bovendien stellen de onderzoekers vast dat ACP een dynamisch proces is, in plaats van een momentopname.
Al vroeg in het ziekteproces, zodra de patiënt dat wil, kan worden gestart met de gesprekken. Ook is het van belang dat de gesprekken en de wilsverklaring worden geactualiseerd wanneer de patiënt zieker wordt. De wensen voor zorg en behandelingen kunnen immers veranderen of specifieker worden.