• Hidden
Abonneer u nu op dé podcast door de redactie van Skipr en Zorgvisie over de gezondheidszorg in Nederland Beluister de afleveringen van Voorzorg hier

Reader Interactions

Reacties 7

  1. Hans Buijing

    Goed dat de voorzitter van ZN deze signalering doet. Maar wel jammer dat hij niet tegelijk iets vindt van de rol van de zorgverzekeraars in die polarisatie. Je hoeft natuurlijk maar eens naar de supermarkt te gaan om te zien hoe het met de prijzen gaat of de stand van de thermostaat te bekijken of gewoon in de krant de inflatiecijfers tot je door te laten dringen. En notie nemen van de rapportages waaruit blijkt dat een groot deel van de zorgorganisaties, zeker in de VVT, diep rode cijfers schrijft. En dat er tegelijkertijd veel vragen zijn om loonontwikkeling om het koopkrachtverlies, ook onder zorgmedewerkers, op te vangen of weg te werken.
    En dat dan afzetten tegen de werkwijze in contractering van de zorgverzekeraars voor de zorginkoop 2023. Waar ook nog eens aparte afspraken zijn gemaakt in het licht van het IZA: veel partijen hebben de toetreding tot IZA ook verbonden tot de afspraken inkoop 2023, dus voor het eerste jaar dat IZA van kracht is. En dat daaraan voorafgaand we een zorgcrisis hebben zien ontstaan (pandemie) die tot op heden voortduurt en nasleept. Bijvoorbeeld in de ziekteverzuimcijfers die niet alleen kostenopdrijvend zijn, maar vooral ook een zware tol leggen op de resterende inzetbare zorgmedewerkers, Die na eerst jaren te hebben gewerkt onder de oplopende druk van de administratieve lasten (wat vraagt een zorgverzekeraar overigens allemaal om vast te leggen zodat ze daar dan vrolijk materiële controle op kunnen uitoefenen?), en nu extra werkdruk heeft door uitvallende collega’s en toenemende zorgvraag – waarbij die vraag in de VVT sector meestal niet lager wordt maar een zekere progressie omhoog kent – en nu terwijl het werk ze over de schoenen spoelt en kritiek krijgen over hun wijze van indiceren en/of zorgverlenen (teveel uren per cliënt per maand), zich gereed moet maken om anders te gaan werken want tot toe nu toe was het nog niet passend genoeg. Die medewerkers zien dan ook nog eens dat hun werkgever in de rode cijfers is geraakt – ook omdat diverse posten meerkosten in de pandemie niet werden vergoed “want ondernemersrisico”, geen ruimte meer heeft voor begeleiding en intervisie omdat de tarieven dat niet toelaten en zien dat zorgverzkeraars zich niet als bondgenoot opstelt maar als wantrouwende boekhouder die alleen kort-cyclisch denkt (hoe kan ik dit jaar weer mijn schadelast laag houden) en niet denkt over investeren en preventie. Ja, die opstelling draagt niet bij aan het “schouder-aan-schouder” staan van de zorg; die opstelling van de zorgverzekeraar draagt bij aan die polarisatie.
    Dus die polarisatie is goed gezien door de voorzitter van ZN, maar iets meer reflectie was hier wel op zijn plaats geweest.

  2. H.Plagge

    Een voorzitter van de zorgverzekeraars die vanuit de studeerkamer het veld vermanend toespreekt. Beste mijnheer van den Berg, de zorgverzekeraars die u vertegenwoordigt hebben bij de zorginkoop 2023 nog niet door dat er veel is gebeurd in de maatschappij en zeker in de zorg. De effecten van de oorlog in Europa en de naijl effecten van de corona pandemie hebben grote consequenties. Enorme kostenstijgingen, een hoog ziekteverzuim en veel no shows van patienten (uw verzekerden). En dan hebben we ook nog te maken met een steeds krappere arbeidsmarkt. Net zoals bij elke andere vorm van dienstverlening betekent dit dat er sprake is van grote kostenstijgen en die zullen nu eenmaal betaald moeten worden. Zorgaanbieders hebben geen grote marges en het resultaat zitten in goede jaren net boven de nul procent. In 2022 zullen velen met rode cijfers het jaar afsluiten.
    Het is nu eenmaal de rol van de zorgverzekeraar om de rekening van de patient te betalen. Daar hebben de de verzekerden zich immers voor verzekerd. Alhoewel zorgverzekeraars ook een rol zouden moeten spelen bij de goede organisatie van de gezondheidszorg en alle noodzakelijke veranderingen (zie ook IZA) is daar in de praktijk niet veel van te merken. Het gaat veelal alleen maar om kortingen, de laagste tarieven en om pogingen de volume en zorgvraagrisico’s te verleggen naar de zorgaanbieders. Zorgverzekeraars gedragen zich dus vaak als eenvoudige schadeverzekeraars. Ik ben het met de heer van de Berg eens dat we als zorgaanbieders en zorgverzekeraars de toekomst gezamenlijk tegemoet moeten treden. Er moet dan echter wel wat gebeuren zodat, op zijn minst regionaal, zorgverzekeraars met één mond praten, bereid zijn samen afspraken te maken en verder kijken dan het tarief van morgen. Ook zal er bereidheid moeten zijn mee te doen aan echte innovaties zonder dat er absolute zekerheid is dat “de businesscase voor de zorgverzekeraar” morgen al positief uitvalt. Het geld dat nu jaarlijks word besteed aan reclamecampagnes en jaarlijkse rituele verschuiving van verzekerden onder de noemer van “marktwerking” kan echt beter worden besteed. Ook die kosten worden betaald uit die premies waar u over spreekt. Ik roep u op om morgen te beginnen met het voeren van een echte dialoog met de zorgaanbieders en te investeren in de noodzakelijke veranderingen, Zij zijn niet vanuit de studeerkamer maar met de poten in de klei bezig de zorg toekomst bestendig te maken voor een toekomst met steeds meer zorgvragers en steeds minder mensen beschikbaar om hen te helpen. Als verzekeraars niet snel van koers veranderen rest er mijns inziens maar 1 oplossing namelijk massaal stoppen met het sluiten van contracten met zorgverzekeraars en gewoon rekeningen sturen naar de patient. Die kan dan net zoals bij andere vormen van verzekeringen die factuur bij zijn zorg-schade verzekering indienen. Zorgaanbieders kunnen dan alle tijd en energie besteden aan waar het echt om gaat namelijk het organiseren van een goed zorgstelsel voor nu en later.

  3. Jorrit Stroosma

    Kan me alleen maar aansluiten bij de reacties onder mijn reactie. En die krokodillentranen van deze voorzitter Zorgverzekeraars Nederland zijn echt stuitend.
    In de begroting van VWS zit nog redelijk veel ruimte om de omzetplafonds te verhogen, maar ja tegelijkertijd is het beleid van VWS en zorgverzekeraars nog steeds bezuinigen. Of zoals ze dat noemen “ombuigingen voor meer efficiency”, geleerd van het klasje van Mark Rutte.

  4. E.Kriek

    Asterix en Obelix en de intrigant.
    Verplichte leeskost.

  5. Peter Koopman

    Voorzitter ZN schrijft “de zorgverzekeraars moeten …” en dat is zijn rechtvaardiging van de “toenemende polarisatie” tussen organisaties die zorg bieden en zijn achterban die de betaalde premie’s enz. int en zorgaanbod daarvoor belooft. De IZA 2022 (getekend door “koepels” ) blijkt lokaal koortsverhogend en geen passend verband. Nu oorlog en crises dagelijks nabij zijn lijkt dit ook besmettelijk voor sfeer tussen deze branches in Nederland. Het splitten en eigen gelijk openbaren werkt niet “zalvend”.

  6. Erik van Zalk

    Ik denk ook dat er stevige keuzes gemaakt moeten worden.
    Keuze 1; Stop met contractering en de zorgverzekeraars. Deze partijen hebben geen toegevoegde waarde maar kosten erg veel en tevens houden ze de zorgverleners van het werk met contractering/onderhandelingen, ingewikkelde eisen m.b.t de te voeren administratie, specifieke afspraken en zorgplafonds die per verzekeraar weer verschillen. Het bijzondere is ook dat voor al dit extra werk uitgevoerd door de zorgverlener geen vergoeding gegeven wordt maar er een afslag gevraagd wordt bij contractering. Dus meer doen maar minder krijgen. Wie sluit er nu nog een contract af?

  7. hmcmanagement

    Wat worden er toch merkwaardige discussies gevoerd over ieders rollen en concurrentie versus samenwerking. En dat alles omdat een op zich eenvoudige aanbod- en vraagstructuur met de rijksoverheid als marktmeester met voeten worden getreden.
    In 2006 is na vele jaren waarin allerlei maatregelen om de kostenontwikkeling in de zorgsector te beteugelen zijn geprobeerd en niet succesvol bevonden door de Rijksoverheid het probleem over de heg gegooid in de tuin van de zorgverzekeraars. Deze partij moest maar als ‘aannemer’ van de Rijksoverheid en enige inkoper van zorgverleningsprodukten (diensten en goederen) , – de b to b relatie met zorgverleners -, annex enige verkoper van zorgverzekeringsprodukten, – de b to c relatie met zorgconsumenten -, de kostenontwikkeling zien te beteugelen. Daarmee schoven de politiek en de Rijksoverheid de discussie naar het bordje van de zorgverzekeraars. Helaas bleek het zo niet uit te pakken. De zorgverzekeraars bleken niet bij machte om de toegedachte rol volledig te kunnen waarmaken mede als gevolg van de voortdurende bemoeienis van de politiek en de Rijksoverheid. Illustratief voor deze ontwikkeling zijn de Hoofdlijnenakkoorden en het IZA. Beide voorbeelden van te vergaand ingrijpen van de marktmeester.
    Het moge duidelijk zijn, hetzij door modderen op de weg van halfbakken marktwerking of accepteren dat primaire sectoren zoals de energiesector, het openbaar vervoer en de zorgsector zich niet lenen voor deze allocatievorm. Of moet worden geaccepteerd dat een schijnoplossing met meerjarige gebiedsconcessies zoals bij het openbaar vervoer in Nederland gedoogland ons voorlopig weer uit de brand moet redden. Het lijkt er wel op met het streven naar regionale samenwerking als nieuwe panacee.
    Hoe mooi zou het zijn als de politiek en de Rijksoverheid tot inzicht komen, hun verantwoordelijkheden nemen en daarmee duidelijk de grenzen van de groei bepalen. De zorgverzekeraars kunnen dan weer datgene doen waarvoor ze bedoeld zijn namelijk: zorgkostenrisicoverzekeraar en niet zorgsectorregisseur. Dat laatste is al gebleken niet waargemaakt te kunnen worden. Immers, was dat wel gelukt dan waren Hoofdlijnenakkoorden en het IZA niet nodig geweest.
    Politiek en Rijksoverheid heb het lef om terug te keren op uw schreden.
    Hans Hof,