Ziekenhuizen blijken bewezen diagnose- en behandelstrategieën voor dikke darmkanker niet voldoende toe te passen. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Marloes Elferink aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Elferink, verbonden aan Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), constateert ondermeer dat er grote verschillen tussen de pathologielaboratoria en de ziekenhuizen zijn voor wat betreft de nauwkeurigheid van de lymfeklierevaluatie bij de diagnose. De patiënt krijgt ook niet overal dezelfde behandeling. De verschillen hangen gedeeltelijk samen met de opleidingsstatus, het aantal darmkankerbehandelingen dat het ziekenhuis uitvoert en de kenmerken van de patiëntenpopulatie. Maar volgens Elferink kunnen deze factoren de variatie tussen de individuele ziekenhuizen niet afdoende verklaren.
Nauwgezet
Volgens IKNL-bestuurder Norbert Hoefsmit onderstreept het onderzoek eens te meer de noodzaak van het toepassen van landelijke richtlijnen. “Er is nog veel winst te behalen”, aldus Hoefsmit. “Wanneer medisch specialisten de richtlijnen vaker nauwgezet volgen, neemt de variatie in behandeling en diagnose af. Dat komt de patiënt ten goede.”
Keten
Om de oorzaken aan te pakken is volgens het IKNL meer onderzoek nodig naar het hele zorgproces. IKNL wil daarbij zowel naar de inhoud als naar de organisatie van het zorgproces kijken. “Door de hele keten te bekijken, geven we ziekenhuizen informatie over hun prestaties en inzicht in welke onderdelen van de diagnose en behandeling beter kunnen”, aldus Hoefsmit.
Twaalfduizend patiënten
Dikke darmkanker is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede bij vrouwen in Nederland. In 2009 werden meer dan 12 duizend nieuwe patiënten met dikke darm kanker gediagnosticeerd en overleden bijna vijfduizend patiënten aan deze ziekte.