Patiënten met chronische lymfatische leukemie die behandeld zijn met immuno-chemotherapie, ervaren een duidelijk slechtere kwaliteit van leven dan patiënten die een zogenaamd ‘wait-and-see beleid’ volgden. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Simone Oerlemans aan de Tilburg University.
Bovendien maken patiënten die chemotherapie kregen, zich aanzienlijk meer zorgen dat patiënten die gevolgd werden door hun huisarts. Oerlemans: “De verwachting was dat patiënten die gevolgd worden door hun arts zich meer zorgen zouden maken over hun gezondheid, omdat ze niet ‘actief’ behandeld werden tegen kanker. Dat blijkt niet zo te zijn.”
Vermoeidheid
Ongeveer de helft van de patiënten die behandeld zijn vanwege lymfeklierkanker (Hodgkin-lymfoom en non-Hodgkin-lymfoom) heeft last van aanhoudende vermoeidheid. Verder heeft ten minste een kwart last van tintelingen in handen en voeten en een gevoel van lusteloosheid. Deze klachten kunnen voortduren tot tien jaar of langer na afronding van de behandeling.
Verbeteren
De behandeling van lymfeklierkanker is nog steeds sterk in ontwikkeling. Door de klachten van patiënten te meten kunnen positieve en eventueel negatieve effecten van een behandeling beoordeeld en eventueel bijgesteld worden. Uit de deelstudie naar patiënten met diffuus grootcellig B lymfoom bleek bijvoorbeeld dat patiënten die elke twee weken chemotherapie kregen toegediend meer last hebben van tintelingen in handen en voeten en vaker vermoeid waren dan patiënten die om de drie weken werden behandeld. Deze klachten kunnen voortduren tot vijf jaar ná de behandeling. Deze uitkomsten hebben er toe geleid dat de behandeling nu vaker volgens een driewekelijks schema wordt gegeven.
Methode
De studies werden uitgevoerd met behulp van data van de Nederlandse Kankerregistratie, het patiëntenvolgsysteem PROFILES en met medewerking van PHAROS (onderzoeksproject over gebruik en neveneffecten van kostbare geneesmiddelen), Tilburg University en tien ziekenhuizen in Brabant en Noord-Limburg.