Circa één op de vijf ouderen heeft recentelijk te maken gehad met oplichting of pogingen daartoe. Toch doet slechts een kwart van deze groep aangifte van zogeheten ‘babbeltrucs’. Dit blijkt uit een enquête van de OuderenOmbudsman onder meer dan 500 ouderen.
“Het merendeel van de ouderen doet geen aangifte omdat de poging niet gelukt is”, reageert projectmanager Sabine Lorsheijd. “Daarnaast vindt ongeveer 20 procent van de ouderen dat aangifte zinloos is, omdat gedacht wordt dat de politie er toch niet zo veel mee doet.” Volgens Lorsheijd is het belangrijk om ook bij mislukte pogingen aangifte te doen, aangezien nu goede cijfers over de omvang van het probleem ontbreken.
Door de vele berichten in de media over oplichting en babbeltrucs zijn vrijwel alle ouderen (87 procent) voorzichtiger geworden. Dit betekent ook dat ze meer voorzorgsmaatregelen nemen. Zo doet meer dan 70 procent van de ouderen de deur ’s avonds niet open en heeft bijna 40 procent een deurspion of een kierstandhouder. Ongeveer 20 procent heeft hierover wel eens een voorlichtingsbijeenkomst Veilig Wonen bezocht, waarvan het overgrote merendeel (70 procent) dat zinvol vond.
Het merendeel van de oudere slachtoffers wordt opgelicht aan de voordeur (40 procent). 32 Procent is slachtoffer van telefonische oplichting en 19 procent wordt via internet of op straat opgelicht.