De fabrikanten van medische apparatuur en hulpmiddelen behalen in absolute zin de hoogste winst in de zorgsector. Farmaceuten en financiële dienstverleners halen echter de hoogste winstpercentages. Dat stelt bureau Gupta Strategist op basis van eigen onderzoek.
Gupta Strategists analyseerde de jaarverslagen over 2015 binnen alle deelsectoren van de zorg, inclusief die van toeleveranciers zoals ICT-bedrijven, farmaceutische bedrijven en financiële dienstverleners.
Apparatuur en medicijnen
Uit het onderzoek blijkt dat op 80 miljard euro die aan zorg wordt uitgeven in totaal 7 miljard euro nettowinst gemaakt wordt. In absolute zin belandde het grootste deel van deze winst, 1,8 miljard euro, bij fabrikanten van medische apparatuur en hulpmiddelen. Zorginstellingen hielden samen 1,5 miljard over en farmaceutische bedrijven 1 miljard. 1,1 miljard euro aan winsten ging naar zorgprofessionals. Deze zijn min of meer gelijkmatig verdeeld over huisartsen, specialisten, apothekers en paramedici, stelt Gupta Strategist.
Relatief gezien behalen echter de financiële dienstverleners en de farmaceutische industrie de hoogste winstpercentages, respectievelijk 25 tot 30 procent en 20 tot 25 procent. Onder professionals variëren de winstmarges tussen 10 procent en 20 procent, waarbij huisartsen, paramedici en tandartsen relatief hoog zitten. Intramurale instellingen en ziekenhuizen, zorgverzekeraars, groothandels en de bouw zijn deelsectoren met relatief gezien de laagste winstpercentages (alle 0 tot 5 procent).
Regulering
Volgens Gupta Strategist ligt deze uitkomst in lijn met de macht die de verschillende spelers in de zorg hebben. De mate van winstregulering correspondeert juist niet met de machtspositie. De winstregulering is het zwaarst op de minst machtige deelsectoren die winstregulering het minst nodig hebben. Voor deelsectoren waar de relatieve machtspositie hoog is, zoals de farmaceutische industrie en zorgprofessionals, is juist weinig winstregulering.