Onderzoek naar regeldruk leidt tot volstrekt tegengestelde interpretaties. Dat neemt de aandacht weg van de minstens zo belangrijke vraag hoe datastromen, beter toepasbare informatie worden.
Het Kwaliteitsinstituut zorgt voor twintig procent minder regeldruk, constateert een voortgangsrapportage van het Kwaliteitsinstituut, terwijl een advies van het Adviescollege Toetsing regeldruk Actal aantoont dat de administratieve lasten voor zorgaanbieders fors toenemen. Als dienstverlener is het niet aan mij om waardeoordelen te vellen over politiek gevoelige thema’s. De vraag wie welke informatie aan wie moet aanleveren, is dat bij uitstek. Wel zie ik dat deze discussies vaak weinig betrekking hebben op de vraag hoe deze informatie zo waardevol mogelijk gemaakt kan worden voor zoveel mogelijk betrokkenen. Dat is geen politieke vraag, maar een operationele.
Verplichtingen
Iedereen is het erover eens dat minder regeldruk altijd beter is. Maar die druk is er in soorten en maten. De rapportage van het Kwaliteitsinstituut geeft inzage in de transparantieverplichtingen, met name die voor medisch specialisten. Onder andere de gehandicaptenzorg en revalidatie hebben een veel groter aantal verplichtingen, zoals ook te lezen is in het onderzoeksrapport. Actal concludeert dat de getoetste standaarden slechts voor een zeer klein deel de registratie- en verantwoordingslasten van zorgaanbieders betreffen en dat er nog geen verbetering voor zorgaanbieders is opgetreden. Regeldruk wordt echter niet alleen gevormd door uitvraag van kwaliteitsinformatie: administratieve lasten wegen net zo zwaar. Soms zwaarder dan elders.
Zo hebben zorgaanbieders dankzij de decentralisatie van de AWBZ naar de WMO en Jeugdwet te maken met veel meer gemeenten en samenwerkingsverbanden, met uiteenlopende organisatiestructuren. Uiteenlopende kwaliteitsuitvragen, productencatalogi en samenwerkingsafspraken leiden tot exponentieel toenemende lastendruk. Deze problematiek is overigens onderkend. Er is een landelijk servicepunt opgericht en er zijn afspraken gemaakt over de doorontwikkeling van de standaarden.
Dergelijke initiatieven zijn echter niet sturend in de wijze waarop wordt samengewerkt. Flexibele standaarden kunnen juist zorgen voor extra regeldruk als afspraken op lokaal niveau verschillen. Het is daarom belangrijk dat gemeenten en zorgorganisaties afspreken hoe zij met elkaar samen willen werken binnen de mogelijkheden die de keten hiervoor biedt. Hierbij is het voor zorgaanbieders van groot belang dat zij bij het inkoopproces ook kijken naar het effect van de inkoopafspraken op hun organisatie en administratieve lasten.
Tweerichtingsverkeer
Bij uitdagingen zoals bovenstaande mogen we niet vergeten dat data delen méér is dan alleen een verplichting. Uit datastromen kan waardevolle management- en maatschappelijke informatie worden gedestilleerd met inachtneming van de privacy en veiligheid. Regeldruk voor de één levert waardevolle input voor de ander. Vanzelfsprekend zonder dubbel aanleveren, langs realistische standaarden en met een duidelijk onderscheid tussen ‘nodig’ en ‘nuttig’. Ook moet data delen tweerichtingsverkeer zijn. Wie data aanlevert en daarvoor administratieve lasten heeft, heeft idealiter vruchtgebruik van de informatie die dit genereert. Dit is nu meestal niet het geval omdat de informatiestromen veelal opgebouwd zijn rondom financiering. Hierdoor staan zorgverlening en de cliënt niet centraal en ontstaan er schotten in de informatievoorziening.
De discussie over regeldruk zal nooit volledig van een politieke lading en belangenbehartiging ontdaan kunnen worden en dat is ook niet erg. Het is wel zinvol om haar te verbreden en primair te kijken naar de belangen van de zorgconsument en burger. Dat is immers het gedeelde doel; van de minister tot de lokale zorgverlener.
Minder ergernis
Kijk niet alleen naar de (verplicht) aanleverende kant, maar ook naar de ontvangende kant en wat daar gebeurt met data en wat hiervan het effect is voor allen. Dat levert minder ergernis en meer maatschappelijk rendement. Neem de zorginkoop voor 2016 als voorbeeld van het nieuwe samenspel tussen zorgorganisaties en gemeenten, bijvoorbeeld door te werken met de standaard productenstructuur voor de wmo en de Wet Jeugdzorg. Zo nemen alle partijen de verantwoordelijkheid voor de eigen administratieve last. En lust.