Marcel Levi pleit ervoor dure geneesmiddelen te beschouwen als publieke voorzieningen. De overheid zou de prijzen ervan moeten reguleren. Dit kan een duur plan worden, omdat er ook nadelen aan kleven, zoals het afremmen van innovatie.
De hartenkreet van de voorzitter van de raad van bestuur van het AMC is begrijpelijk. Dure geneesmiddelen zijn van immens belang voor de overlevingskansen van mensen met zeer ernstige aandoeningen. En dure geneesmiddelen zijn, nu ja; duur.
Geneesmiddelen vormen een significante kostenpost van behandelingen in de medische specialistische zorg. Maar bij veel aandoeningen zijn de medicijnen een zeer belangrijke, zo niet het belangrijkste werkzame onderdeel van een behandeling. Kijk eens naar hemofilie. Totdat goede stollingsmiddelen op de markt kwamen, was de gemiddelde levensverwachting van patiënten met deze aandoening nog geen dertig jaar, nu ligt die levensverwachting boven de zeventig jaar. Dat is veel meer te danken aan de ontwikkelingen van de geneesmiddelen dan aan andere onderdelen van de zorgketen.
Breder perspectief
Dat geeft een breder perspectief bij het oordeel over de ongeveer 5 procent van uitgaven aan medische specialistische zorg die intramurale geneesmiddelen beslaan. Levi maakt terecht het punt dat deze kosten de komende jaren zullen stijgen en dat Europese afstemming kan helpen. De belangen zijn groot en juist daarom is het verstandig de consequenties van Levi’s hartenkreet goed te overzien.
Onbalans
De voornaamste reden om prijzen te reguleren in een markt is een structurele onbalans in de marktmacht. Hierdoor werken normale krachten om de macht in balans te houden niet meer. De vraag is of het al zo ver is. Ziekenhuizen krijgen steeds meer verantwoordelijkheid voor de inkoop van geneesmiddelen. In veel markten worden manieren gevonden om met dure inputs om te gaan; samenwerkende inkooporganisaties, innovatie om alternatieven te ontwikkelen en/of maatregelen die transparantie bevorderen. Op enkele uitzonderingen na hebben ziekenhuizen dat pad nog nauwelijks betreden, zeker de academische ziekenhuizen niet.
Recent kwam het bericht dat Achmea de inkoop van geneesmiddelen ging overnemen voor een groep ziekenhuizen. Een opvallende strategische keuze omdat ziekenhuizen daarmee weliswaar inkoopmacht genereren, maar een groot deel van de autonomie over de bedrijfsvoering opgeven.
Negatieve effecten
Prijsregulering heeft negatieve effecten die moeten worden afgewogen tegen de mogelijke voordelen. Innovatie bevordert het in elk geval niet, juist het punt waar Levi zich over opwindt. Levi meent een efficiëntere wijze van medicijnontwikkeling te hebben gevonden, maar de vraag is of het afknijpen van de baten van innovatie tot meer innovatie lijdt. Landen met prijsregulering hebben soms pas later toegang tot nieuwe middelen. Daarnaast voorkomen dure geneesmiddelen vaak eveneens dure (her)opnames in het ziekenhuis. Zo bezien kan het plan van Levi ook wel degelijk dure gevolgen hebben.
Slimmer inkopen
Ziekenhuizen kunnen beter samen met farmaceuten investeren in betere diagnostiek, om zo geneesmiddelen gerichter in te zetten. Daarnaast kunnen ze slimmer geneesmiddelen inkopen. Het ziekenhuis dat zelf verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit en de kosten van het inkopen van geneesmiddelen zal beter letten op de juiste wijze van voorschrijven en heeft belang bij onderzoek naar geneesmiddelen.
Slim inkopen en beter samenwerken lijken de aangewezen stappen voordat de overheid de verantwoordelijkheid gaat overnemen.
Michiel Verkoulen
Partner bij Zorgvuldig Advies