Er wordt veel over onze zorgsector gepraat. In de kranten, door economen, columnisten, juristen. Iedereen is er druk mee: de schaalvergroting in de zorg. Een waar fusiegolfje. Ik denk dat het tijd is dat de sector zelf het debat aan gaat.
Even terug naar de basis, waar moet het in onze sector om gaan. Om goede zorg voor patiënten, en resultaten van zorg. Het moet gaan om kwaliteit en toegankelijkheid. Over transparantie. En ja, het moet ook gaan over de prijs van zorg. Alle aandacht daarvoor is terecht.
Onnodige kosten
Want wat de sector te doen staat is onnodige kosten aanpakken. We moeten de zorg slimmer en efficiënter organiseren, de taken tussen ziekenhuizen goed verdelen, de samenwerking met de eerste lijn verbeteren. We moeten complexe zorg concentreren als dat leidt tot kwaliteitsverbetering en bij voorkeur ook nog tot kostenverlaging. Soms concentreren dus, soms juist spreiden. Met oog voor toegankelijkheid voor de patiënt.
Samenwerken
Bij alles wat de zorg te doen staat is de belangrijkste factor: samenwerken. Ziekenhuizen met elkaar en met de eerste lijn. Aan de zorgverzekeraars de schone taak om goed en scherp in te kopen, om stevig te onderhandelen, rekeninghoudend met patiëntpreferenties. En om duidelijk te maken waarom ze bij sommige aanbieders bepaalde zorg niet inkopen. Transparantie dus.
Moeten fuseren
Wat we nu zien is dat niet zozeer de samenwerking wordt opgezocht om de kwaliteit van zorg en betaalbaarheid te verbeteren, maar dat ziekenhuizen fuseren. En samenwerken is echt iets anders dan fuseren. Samenwerking die leidt tot kwaliteitsverhoging en kostenbeheersing is zeer gewenst. Maar ik hoor in het veld dat samenwerken zo moeilijk wordt gemaakt door de NMa dat ziekenhuizen zeggen “we moeten wel fuseren”. En dan gaat het mis. We zijn niet per definitie tegen fusie. Het kan zelfs gewenst zijn.
Machtsblokken en monopolieposities
Onze zorg zit in het gegeven dat fuseren bijna een automatisme wordt. In veel situaties zal dat de kwaliteit, de toegankelijkheid, de kostenbeheersing en de transparantie niet dienen. Integendeel. Er ontstaan machtsblokken en monopolieposities binnen regio’s. En van de regierol van de zorgverzekeraar blijft weinig over. Ik zie het voor me. Zegt de zorgverzekeraar tegen het dominante moloch: “Ik koop echt niet meer bij je in. Je bent te duur en je doet te weinig om je kwaliteit te verbeteren”. Maar de alternatieven zijn inmiddels weggefuseerd. Nou, dan zal het moloch wel schrikken…
Zorgverzekeraars zijn daar optimistischer over. Zij zien wel mogelijkheden om die fusieziekenhuizen te disciplineren op kwaliteit en prijs. Ze stuurden een persbericht waarin ze lieten weten zelfs verheugd te zijn met drie recente grote fusievoornemens. Lijkt me een typisch geval van overschatting van de eigen positie. In de huidige situatie valt er nog een hoop te verbeteren zou ik zeggen. Daar hebben de zorgverzekeraars hun handen al meer dan vol aan.
Patiëntenbeweging trekt aan de bel
Hoog tijd om aan de bel te trekken voor de patiëntenbeweging. Bij de ziekenhuizen, bij de zorgverzekeraars en bij de NMa en NZa. En niet te vergeten bij de cliëntenraden. Het veld is aan de beurt. Ik vind dat de sector de discussie nu niet moet overlaten aan economen, columnisten en politiek, maar dat de handschoen moet worden opgepakt door de spelers zelf. Daar gaan we u toe uitnodigen.
Fusiedrift
Dus pas op de plaats maken met de fusiedrift en terug naar het oorspronkelijke plan: samenwerken, de taken goed verdelen en waar nodig concentreren om de zorg voor patiënten beter te krijgen en betaalbaar te houden. Fusies die leiden tot onaanspreekbare machtsblokken en monopolies dankzij de NMa… Het moet niet gekker worden.