In de zorgmarkt is een regierol weggelegd voor de zorgverzekeraar, vindt Henk Don van de NMa. De zorg is dan de eerste markt waarin de toezichthouder een regisseur aanwijst. Opvallender is dat het idee uitgaat van verkeerde uitgangspunten en haaks staat op hoe de NMa normaliter tegen markten aankijkt.
Volgens de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft de verzekeraar de verantwoordelijkheid om te bepalen waar hij zorg wel en niet inkoopt en kan hij zo de concentratie, spreiding en specialisatie van zorg bewerkstelligen. Als ziekenhuizen onderling specialismen uitruilen ontbreekt de garantie dat er een optimale keuze vanuit kwaliteit en kosten wordt gemaakt, aldus de NMa bij monde van Henk Don in het Financieele Dagblad van 11 juli. Daarom zou die keuze moeten worden gemaakt door de inkopende verzekeraar, die de patiënten vertegenwoordigt.
In de knoop
De NMa komt hiermee met haar eigen denkbeelden in de knoop. Dat specialisatieafspraken in strijd zijn met de Mededingingswet wanneer er onvoldoende concurrentie resteert (zie mijn vorige blog), past helemaal in de beoordeling die ook in andere markten wordt toegepast. Specialisatie en concentratie opeens toelaatbaar achten, ook als er geen restconcurrentie meer is, wanneer zorgverzekeraars die specialisatie en concentratie regisseren, vindt echter geen enkele grondslag in de Mededingingswet.
Machtspositie
Bovendien staat die regisseursrol zelf weer op gespannen voet met de Mededingingswet. Als zorgverzekeraar A van ziekenhuis X alleen nog bepaalde zorg wil afnemen en zorgverzekeraar B diezelfde zorg bij ziekenhuis Y, komt er van specialisatie en concentratie niets terecht. Stemmen zorgverzekeraar A en B af over de inkoop, dan zie je dat op dat punt de mededinging (tussen de zorgverzekeraars) wordt beperkt. Kan zorgverzekeraar A alleen bepalen welke zorg waar wordt aangeboden, dan moet men zich in gemoede afvragen of er geen sprake is van een machtspositie die tot ongewenste effecten op de markt leidt. Kortom, neemt de NMa zonder problemen aan dat de zorgverzekeraar marktregisseur is, dan komt zij zo langzamerhand behoorlijk in de knoop met de mededingingsrechtelijke denkbeelden en stelt zij zich meer en meer op als uitvoerder van marktregulering. Die taak en bevoegdheid heeft zij niet.
Patiëntenbelang
Dan de rol van de verzekeraar: vertegenwoordigt hij de vraagzijde van de markt? Dan toch slechts een deel van de markt(namelijk de financiële). De patiënt is in dit plaatje van de markt aan de vraagzijde volledig verdwenen. Ook die oefent echter wel degelijk een vraag uit. Zij het dat hij dat alleen niet meer in vrijheid kan doen, omdat zijn verzekeraar – of die van een andere verzekerde! – voor hem al een keuze heeft gemaakt. Het denkbeeld is kennelijk dat de zorgverzekeraar de vraag naar zorg als vertegenwoordiger van de patiënten uitoefent. Maar zoals Hans Feenstra van het Martiniziekenhuis in het Financieele Dagblad al opmerkte: de zorgverzekeraar ontpopt zich steeds meer als vertegenwoordiger van degene die geen zorg behoeft en probeert een zo laag mogelijke premie te bereiken.
Neutraal
Houden wij vast aan marktwerking en handhaving door de NMa, dan zal de NMa het idee van de zorgverzekeraar als regisseur van de markt moeten loslaten. De NMa moet neutraal staan ten opzichte van rollen van marktpartijen en samenwerking tussen ziekenhuizen toetsen aan de Mededingingswet. Punt. Dat de NMa dan duidelijkheid moet verschaffen over de concrete toepassing van de Mededingingswet bij specialisatieafspraken is evident. Hoe zij dat moet doe zal ik in mijn volgende blog bespreken. Kies je voor regie, laat dan het markttoezicht op grond van de Mededingingswet varen en regisseer de markt dan ook. Als overheid of door een aangewezen instelling. Laat dat niet over aan verzekeraars die hun eigen commerciële belangen hebben.