De bijna obsessieve drang naar volledige openheid over de risico’s van geneesmiddelen, staat in schril contrast met onze ogenschijnlijke berusting over de risico’s die zijn verbonden aan zorg door bijvoorbeeld ziekenhuizen.
Elk geneesmiddel op de markt heeft een bijsluiter met informatie voor de arts en de patiënt. Alle informatie die verkregen is uit onderzoek voorafgaand aan registratie maar ook nadat het beschikbaar is gekomen, wordt daarin samengevat.
Wettelijk kader
Een goede zaak, want voorschrijver en patiënt weten dan waar ze aan toe zijn: wat is de indicatie, hoe en door wie moet het worden gebruikt en vooral ook, wat zijn de bijwerkingen? De bijsluiter vormt voor bedrijven het wettelijk kader waarbinnen geneesmiddelenpromotie zich afspeelt. Het is het resultaat van een continue interactie tussen bedrijf en gezondheidsautoriteiten en wordt regelmatig aangepast op basis van nieuwe inzichten.
Openbaar
De bijsluiter alleen is al niet meer genoeg. Er wordt internationaal sterk op aangedrongen door artsen, wetenschappers en medische tijdschriften dat bedrijven alle informatie van onderzoek naar hun geneesmiddelen openbaar maken. Niet alleen dient alles gepubliceerd te worden, maar men wil ook toegang tot de klinische studierapporten.
Vorige week hebben de Europese registratieautoriteiten besloten om vanaf 2015 deze rapporten openbaar te gaan maken. Wetenschappers kunnen dan van alles narekenen en aanvullende analyses doen die nog meer informatie geven over die middelen. Sommige bedrijven stribbelden aanvankelijk wat tegen, want die zijn bang dat er misschien commercieel gevoelige informatie vrij komt of dat er verkeerde conclusies worden gemaakt op basis van al te ongestructureerde post-hoc analyses. Maar hoe dan ook, volledige transparantie over pillen is inmiddels onontkoombaar.
Transparante informatie
Waarom willen we alles weten over effectiviteit en veiligheid van interventies maar niet van de interveniërende instantie zoals het ziekenhuis? Wij zijn er misschien wel in geïnteresseerd, maar er zijn nauwelijks instrumenten die adequate, transparante informatie voor de patiënt afdwingen.
Naar welk ziekenhuis moet je voor je borst- of prostaatkanker? Hoeveel complicaties komen daar voor na operaties? Welke behandelrichtlijnen worden daar gevolgd? Hoe bekwaam is de chirurg die de vaak complexe ingrepen uitvoert? Gaan we er niet te gemakkelijk van uit dat zorgverleners goed gekwalificeerd zijn en nascholing krijgen en dat ziekenhuizen gecontroleerd worden door de Inspectie voor de Gezondheidszorg? En dat het dus wel goed zit?
Zelf zien
Ik ga daar inderdaad wel van uit, de gezondheidszorg in ons land heeft immers een hoge kwaliteit. Maar ik wil het ook graag zelf zien. Net zoals ik wil weten wat er in mijn voedsel zit, wat de bijwerkingen van mijn pillen zijn, wat de resultaten zijn van de school waar mijn kinderen naar toe gaan, wat de technische specificaties van mijn computer zijn, en ga zo maar door.
Veel van deze openheid is wettelijk verplicht. Dus, ziekenhuizen, kom op met die transparantie over mortaliteit en morbiditeit, succespercentages bij operaties, complicaties en kosten. Met andere woorden, maak een soort ziekenhuisbijsluiter, indien nodig afgedwongen door de overheid zoals ze dat ook met pillen doet.
Traag
De ziekenhuizen zijn buitengewoon traag met het leveren van die informatie. Ze lijken heel erg op die farmaceutische bedrijven die bang zijn voor transparantie. Want misschien zijn die getallen wel in hun nadeel, uiterst ongewenst in deze tijden van marktwerking in de zorg. Of men schuilt zich achter de complexiteit van de interpretatie. Zeker, die is niet eenvoudig, maar met de nodige kwaliteitswaarborgen en een goede uitleg lijkt me die prima te hanteren. Bovendien is complexiteit nooit een reden om niet transparant te zijn.
Gissen
Laten we onze cliënten en patiënten serieus nemen en open zijn over de kwaliteit van onze zorginstanties, inclusief de ‘bijwerkingen’. Zou dat allemaal meegenomen zijn bij de Ziekenhuizen Top 100 van het Algemeen Dagblad? Zonder een ‘ziekenhuisbijsluiter’ blijft het gissen.
Henk Jan Out
Bijzonder hoogleraar farmaceutische geneeskunde aan het Radboudumc