Op 13 december 2013 krijgt mevrouw Steentjes te horen dat ze binnen 6 weken weg moet uit woon-zorgcomplex Meulenvelden in Didam. Ze is 89 en bijna blind. Gelukkig heeft ze haar nicht, haar enige familielid, die haar regelmatig bezoekt. Nu nog wel.
Want mevrouw Steentjes moet verhuizen naar Zeddam, dat is 11 kilometer verderop. Ze wil niet maar ze moet, net als 22 andere 80-plussers, ze heeft slechts een zorgzwaartepakket 2. Weg uit haar sociale omgeving, weg bij haar enige familielid.
Levensloopbestendig
Nog geen zes jaar eerder, op 22 februari 2008 sprak toenmalig minister Ab Klink bij de opening van datzelfde zorgcentrum de volgende woorden: “Het hele centrum van Didam is op de schop voor een levensloopbestendig woon-zorgcentrum waar iedereen kan blijven wonen. Het is grote winst dat een project als dit mensen in staat stelt zo lang mogelijk te blijven wonen in hun vertrouwde omgeving.”
Belofte gebroken
Wat is er toch gebeurd in die zes jaar? Waardoor breekt de politiek zo hard haar belofte en behandelt zij hulpbehoevende ouderen zo respectloos? Het antwoord van verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn is onthutsend: De hulpbehoevende ouderen zijn te duur.
Sluiting verzorgingshuizen
Deze kille rekenmeester sluit 800 verzorgingshuizen en laat 15.000 ouderen niet meer toe tot verpleeg- en verzorgingshuizen. Ijzingwekkende cijfers, zelfs voor degene die niet verder wil kijken. Maar wie dat wel doet ziet persoonlijke drama’s. Mensen die ons land hebben opgebouwd maar die ondanks hun hoge leeftijd geen rust noch menswaardigheid wordt gegund.
Participatiesamenleving
Het wordt ons verkocht onder de noemer ‘participatiesamenleving’, een hol begrip dat enkel dienst doet als verkooppraatje van de staatssecretaris. Maar is een leven lang hard werken niet voldoende participatie? En hoe kan mevrouw Steentjes blijven participeren als zij wordt weggerukt uit haar sociale omgeving? De eerste vraag is een retorische en het antwoord op de tweede is simpel: niet. Het gaat hier dan ook niet om participatie. Wie het woord ‘participatie’ opzoekt in het woordenboek van staatssecretaris Van Rijn vindt een pagina waarop veelvuldig zijn mantra staat te lezen: ‘Ouderen zijn te duur’.
‘Ouderen zijn te duur’
‘Ouderen zijn te duur’. Als je het maar vaak genoeg zegt gaat iedereen het vanzelf geloven zo is de gedachte bij Van Rijn. In vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland klopt dat, tenminste als je er vergeet bij te vertellen dat kinderen daar de zorgkosten van hun ouders voor hun rekening moeten nemen. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat een man die al veertig jaar geen contact meer met zijn vader had, negenduizend euro aan de stad Bremen moet betalen om de kosten te dekken die vader maakte in de drie jaar die hij in het verzorgingshuis doorbracht voor zijn dood.
De vraag is voor mij niet of ouderen te duur zijn. De vraag is wie we de rekening laten betalen. In een welvaartssamenleving draag je die kosten met zijn allen, in de participatiesamenleving van VVD en PvdA leg je de rekening bij de oudere of de kinderen. Geen probleem voor iedereen die goed bemiddeld is of kinderen heeft die het kunnen dragen. Die koopt uitmuntende zorg. Iedereen die de pech heeft die rekening niet te kunnen dragen kan thuis verpieteren en vereenzamen. Daarmee wordt de zorg geen cent goedkoper, wel selectiever en ontoegankelijker.
Handtekeningen
Sommigen nemen het heft in eigen handen. Zoals de bewoners van verzorgingstehuis Voornesteyn die bijna 7.000 handtekeningen ophaalden tegen de sluiting van hun huis. De directie van Careyn, waar Voornesteyn onderdeel van is, gaf niet thuis. In plaats van samen ten strijde te trekken met deze bewoners die participeerden in de ware betekenis van het woord legde men het hoofd in de schoot. ‘We kunnen niet anders, er wordt bezuinigd.’ Een reactie die symbool staat voor de houding van vele bobo’s die de zorg kent. Mee kletsen in het circuit over het inrichten van de participatiesamenleving maar opkomen voor de bewoners; ho maar.
Gevolgen beleid
Staatssecretaris Van Rijn heeft niets te vrezen. Het lijkt wel of zorgbestuurders zijn vergeten waarvoor zij zijn aangesteld. Zij zien toch als geen ander de desastreuze gevolgen van het beleid van staatssecretaris Van Rijn? Of zijn de gevolgen niet zichtbaar vanuit de ivoren toren? Dus hierbij mijn oproep aan alle bestuurders: verlaat die ivoren toren en praat met jullie bewoners en met jullie personeel. Want die laten ons veelvuldig weten dat de ouderenzorg met sprongen achteruit gaat. Loop voorop en laat staatssecretaris Van Rijn weten dat jullie mevrouw Steentjes en haar lotgenoten niet in de steek laten. Dat is een ereschuld die we hebben aan onze ouderen, toch?
Henk van Gerven
Kamerlid SP en oud-huisarts